This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
SPELLING H3
2.1 Hoofdletters
2.2 Leestekens
2.3 Tekens bij woorden
Slide 1 - Slide
Waarom is spelling belangrijk?
Slide 2 - Slide
Waarom is spelling belangrijk?
Slide 3 - Slide
ik volg nu een mbo-opleiding bij het roc van twente aan de gieterij in hengelo de opleiding heet entreeopleiding het is een niveau 1 opleiding ik word opgeleid tot assistent er zijn verschillende richtingen zoals logistiek dienstverlening & zorg ict en kappers de entreeopleiding duurt één jaar
En lezen maar!!
Slide 4 - Slide
Ik volg nu een mbo-opleiding bij het ROC van Twente aan de Gieterij in Hengelo. De opleiding heet Entreeopleiding. Het is een niveau 1 opleiding. Ik word opgeleid tot assistent. Er zijn verschillende richtingen, zoals: logistiek, dienstverlening en zorg, ICT en kappers. De Entreeopleiding duurt één jaar.
Nu met leestekens...
Slide 5 - Slide
2.1 Hoofdletters
LESDOEL:
Je gebruikt hoofdletters op de goede manier.
Slide 6 - Slide
Wanneer schrijf ik een hoofdletter?
Slide 7 - Open question
Begin van de zin
Aan het begin van de zin staat een.
hoofdletter. MAAR!!
's Middags eet ik altijd een appel.
Slide 8 - Slide
Namen
Tineke ter Meer MAAR: mevrouwTer Meer
Amsterdam,Hoofdstraat, Kerstmis
deFranse camping, de Amerikaanse vlag
Slide 9 - Slide
Talen
Mijn vriend wil graag de Nederlandse taal leren.
Het Fries is een officiële taal.
Slide 10 - Slide
Géén hoofdletter bij:
dagen: maandag, dinsdag, woensdag, ...
maanden: september, oktober, november, ...
seizoenen: lente, zomer, winter, herfst
windstreken: noorden, oosten, zuiden, westen
woorden over feestdagen: kerstvakantie, paaseieren
schoolsoorten: vmbo, havo
Slide 11 - Slide
Waarom is het gebruik van leestekens belangrijk?
Slide 12 - Slide
Waarom is het gebruik van leestekens belangrijk?
Goed gebruik van leestekens maakt een tekst eenvoudiger te lezen.
Slide 13 - Slide
Voorbeeld
Slide 14 - Slide
Welke leestekens?
punt . uitroepteken !
komma , dubbele punt :
vraagteken ? aanhalingstekens "
Aan het eind van een zin.
Bij sommige afkoringen, zoals a.u.b.
Bij opsommingen
Tussen twee persoonsvormen
Voor of na een aanspreking
Voor voegwoorden
Na een vraag
Na een bevel
Na een uitroep
Bij een opsomming
Als iemand iets gaat zeggen (citaat)
Voor een uitleg
Bij een citaat (je laat iemand letterlijk iets zeggen)
Slide 15 - Slide
1. Welke van de drie woorden schrijf je met een hoofdletter?
A
alexanderstraat
B
bureaustoel
C
hoofdstuk
Slide 16 - Quiz
2. Welke van de drie woorden schrijf je met een hoofdletter?
A
sony
B
laptop
C
bioscoop
Slide 17 - Quiz
3. Welke van de drie woorden schrijf je met een hoofdletter?
A
opleiding
B
rivier
C
zeeland
Slide 18 - Quiz
4. Welke van de drie woorden schrijf je met een hoofdletter?
A
mbo
B
winter
C
philips
Slide 19 - Quiz
5. Welke van de drie woorden schrijf je met een hoofdletter?
A
provincie
B
volkswagen
C
smartphone
Slide 20 - Quiz
6. Welke van de drie woorden schrijf je met een hoofdletter?
A
rotterdam
B
dinsdag
C
winkelcentrum
Slide 21 - Quiz
WOORDEN MET HOOFDLETTER
woorden zonder hoofdletter
apparaat
belgië
chinese
dinsdag
david
noorden
november
Slide 22 - Drag question
Ik kan nu de hoofdletters op een goede manier gebruiken.