NOVA nask onderbouw bk H3 water

NOVA nask onderbouw bk H3 water
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

NOVA nask onderbouw bk H3 water

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Welke fase heeft het water op de tekening?

Slide 3 - Open question

Welke fase heeft het water op de tekening?

Slide 4 - Open question

Bij een temperatuur van 15 °C is water een vaste stof.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

Verdampen is een ander woord voor bevriezen.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

De fase-overgang van water naar waterdamp heet condenseren.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

De vloeistof in een thermometer zet uit als de temperatuur stijgt.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

Het smeltpunt van water en het vriespunt van water zijn hetzelfde (0 °C).
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

Bij een vloeistofthermometer zit de schaalverdeling langs het reservoir.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

Alle stoffen gaan koken bij 100 graden Celsius.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

Buiten vriest het.
Youri loopt van buiten een warme vochtige ruimte binnen. Zijn brillenglazen beslaan.

Welke fase-overgang is hier beschreven?


A
condenseren
B
smelten
C
stollen
D
verdampen

Slide 12 - Quiz

Wat is stollen?

Stollen is de fase-overgang:


A
van gas naar vloeistof.
B
van vaste stof naar vloeistof.
C
van vloeistof naar gas.
D
van vloeistof naar vaste stof.

Slide 13 - Quiz

Werkblad

Om de temperatuur te meten, gebruik je een thermometer (afbeelding 1).

2p a Schrijf de juiste namen bij de twee onderdelen van de thermometer.
3p b Bij welke temperaturen staan de pijlen?
Schrijf je antwoorden op het antwoordenblad.

Slide 14 - Open question

Sam pakt twee glazen uit de kast.. Sam giet in beide glazen evenveel frisdrank.
Aan één glas frisdrank voegt hij drie ijsblokjes toe. In het andere glas doet hij niets.
Hij laat de glazen even staan. Dan pakt hij het glas met de ijsblokjes. Dit glas is nat aan de buitenkant. Het glas zonder ijs is droog aan de buitenkant.
a Waar komt het water op de buitenkant van het glas met de ijsblokjes vandaan?
b. Leg uit waarom alleen het glas met de ijsblokjes aan de buitenkant nat wordt en het andere glas niet.

Slide 15 - Open question

a. Hoe heet de thermometer op de foto?
Waar gebruik je hem voor?

Slide 16 - Open question

Wat voor soort thermometer is het?
A
analoge thermometer
B
digitale thermometer

Slide 17 - Quiz

Wat betekent °C.

Slide 18 - Open question

Wat is het vriespunt van water (hoeveel graden)
en waarom zijn het vriespunt en het smeltpunt hetzelfde?
Leg uit.

Slide 19 - Open question

Als je water kookt, zie je veel bubbels.
Wat gebeurt er dan met het water?

Slide 20 - Open question