NL les 2HV1 ~ 6-9-2021 ~ Tekstverbanden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Welkom! 

Nederlands ~ 2V1

Tekstverbanden

Maar eerst... 

1. Leesboek mee ja/nee? 

2.  Lees een kwartier in je leesboek 

3. Noteer hoeveel bladzijdes je hebt gelezen... 

Voorbereiden leestoets 09:20 - 10:10

12:20 - 12:25: opstarten, lesplan en regels; inloggen in LessonUp  
12:25 - 12:35: Tekstdoel, signaalwoorden, argumenten. Hoe zit het? 

12:35 - 12:45: uitleg doel, signaalwoorden en argumenten vinden
12:45 - 13:00: oefenen en opdracht maken ter voorbereiding leestoets
13:00 - 13:10: nabespreken & vraag: klaar voor de leestoets?   

Onderwerp: tekstverbanden

Leerdoelen: 

1. Je herkent tekstverbanden a.d.h.v. signaalwoorden; 

2. Je herkent concluderende, redengevende
en oorzakelijke verbanden in een tekst. 

Wat verbindt een schrijver met
tekstverbanden aan elkaar?

1. Woorden, zinnen en alinea's...
2. Titels, tussenkopjes en bronvermelding...
3. De bron, de auteur en de afbeeldingen...
4. De inleiding en de conclusie...

Onderwerp: tekstverbanden

1. De belangrijkste informatie in een tekst noem je de..? 

2. In een alinea staat de belangrijkste info vaak in de..? 

3. Antwoorden vraag 1 en vraag 3 zijn niet hetzelfde omdat..?

4. De antwoorden op deze vragen op een rij noem je ..?

5. De tekstverbanden in een tekst bepalen de ..?

Onderwerp: tekstverbanden

1. De samenhang tussen zinnen/ alinea's/ woorden 

wordt aangewezen door..? 

2. Een ... bij een concluderend verband is bijvoorbeeld..?

3. Een ... bij een redengevend verband is bijvoorbeeld..?

4. Een ... bij een oorzakelijk verband is bijvoorbeeld..?

5. ... zijn belangrijk, want ze maken de tekst ..? 

Onderwerp: tekstverbanden

1. Ik moet dit weekend twee hockeywedstrijden spelen.
Ik moet goed slapen vanavond. 
2. Ik trakteer vandaag. Ik ben jarig!
3. Ik ben jarig. Ik trakteer!   
4. Ik heb goed geleerd [...] heb ik een goed cijfer. 

5. Ik wilde een goed cijfer [...] heb ik goed geleerd. 

Onderwerp: tekstverbanden

Zie tekst 1 op pagina 43. 

1. a. Noem zinnen met een concluderend verband. 
    b. Aan welk signaalwoord heb je dat herkend? 
2. a. Noem zinnen met een redengevend verband.  

     b. Aan welk signaalwoord heb je dat herkend? 

3. a. Noem zinnen met een oorzakelijk verband.  

     b. Aan welk signaalwoord heb je dat herkend? 

Onderwerp: tekstverbanden

Zie tekst 1 op pagina 43. 

1. a. Noem zinnen met een concluderend verband. 
    b. Aan welk signaalwoord heb je dat herkend? 
2. a. Noem zinnen met een redengevend verband.  

     b. Aan welk signaalwoord heb je dat herkend? 

3. a. Noem zinnen met een oorzakelijk verband.  

     b. Aan welk signaalwoord heb je dat herkend? 

Hoe goed kun je na deze les concluderende, redengevende en oorzakelijke verbanden in een tekst herkennen?

😒🙁😐🙂😃

Onderwerp: tekstverbanden

Schrijf op en plan in je agenda: 

Maken opdrachten 1, 2 en van hoofdstuk 2 'Lezen' 

Lever je opdrachten in vóór donderdag op Classroom

Volgende week: 
Vergelijkende, samenvattende en doel-middelverbanden
Plus de bijbehorende signaalwoorden! 

www.kahoot.it