This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Slide 1 - Video
Gemiddelde snelheid
Bij het berekenen van de snelheid, bereken je vaak de gemiddelde snelheid.
De gemiddelde snelheid is de snelheid die je gemiddeld hebt gehad over een langere afstand.
Slide 2 - Slide
Een sprinter doet ongeveer 10 seconden over de 100m.
Dat is elke seconde 10 meter.
ofwel 10m/s
Slide 3 - Slide
Snelheid berekenen
s = Afstand in kilometers (of meter)
v = Snelheid in km/h (of m/s)
t = tijd in uur (of seconde)
Slide 4 - Slide
Meneer Meijer gaat op de racefiets van Leeuwarden naar school, met een gemiddelde snelheid van 25 km/h doet hij er 60 min over. Welke afstand heeft hij gereden?
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Snelheid
A
Grootheid
B
Eenheid
Slide 7 - Quiz
Welke formule gebruik je bij het berekenen van snelheid
A
snelheid = afstand * tijd
B
snelheid = afstand : tijd
C
snelheid = tijd : afstand
D
snelheid = tijd * afstand
Slide 8 - Quiz
Van snelheid in m/s naar snelheid km/h doe je door:
A
Snelheid in m/s keer 3,6
B
Snelheid in m/s gedeeld door 3,6
C
Snelheid in m/s keer 36
D
Snelheid in m/s gedeeld door 36
Slide 9 - Quiz
Stefan fiets 5 kilometer in 15 minuten. Wat is zijn gemiddelde snelheid?
A
10 km/h
B
15 km/h
C
20 km/h
D
25 km/h
Slide 10 - Quiz
Jonathan loopt 10 km/h hard. Hij loopt 20 minuten. Hoeveel kilometer heeft hij gelopen?