2023-09-15 Grieks G2

• Grieks
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Leerdoel

• ik kan uitgangen van lidwoord en znw herkennen
• ik kan uitleggen wat mythes zijn en wat de functie van mythes is
  

Weektaak

• leren: lidwoord en znw ev/mv
• leren: T2, r. 1-7 (lezen en vertalen)
• oefenen: stencil (vlot en vloeiend)
  
•  oefenen: W les 2, 3 (HB 165) uitspreken (vlot en vloeiend)
  

Begintaak: 

Oefen nog even voor de SO:

Spel en spreek uit: Ἑκατοχειρος - Ἁρπυια - ὁ ὄφις

Plaats de (juiste) spiritus (indien nodig) op de goede plek:

οβελισκος - βους -  Ηφαιστος - ρεω - Αιγυπτος

Lidwoord en znw in het Grieks.

Drie lidwoorden

• enkelvoud: ὁ (Μ), ἡ (F), τό (N)

• meervoud: οἱ (Μ), αἱ (F), τά (Ν)

Ζelfstandig naamwoorden

• M: ev: -ος / mv: -οι
• F: ev: -η of -α / mv: -αι
• Ν: ev: -ον / mv: -α
  

Lidwoorden: geslacht en getal?

    

Zelfst. nw: geslacht en getal?

ἡ     τά     οἱ 

  

ὁ    τό     αἱ

-η    -οι     -ον

 

-α (!)  -αι   -ος    

Mythe:

• Wat is een mythe? Waar gaat een mythe over?
• Wat is de functie van mythes? Waarom hebben alle volken mythes?
• Wat hebben de volgende begrippen met de Griekse godsdienst en mythes te maken?

polytheïsme - antropomorf - aitiologisch - hubris  - metamorfose

    

Tijd over? Oefen met lezen.

• het stencil (voor- en achterzijde)
• woorden van les 2 en 3 (HB blz. 165)