Spelling H6 - opdr. 10 en taalvoutjes aan elkaar of los

Spelling
Hoofdstuk 6
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Spelling
Hoofdstuk 6

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
Lesdoel: je weet welke woorden je aan elkaar moet schrijven en je kan de theorie over werkwoordspelling goed toepassen
- Voorbeelden 
- Uitleg theorie
- Opdrachten samenstellingen maken
- Opdr. 9 & 10 Spelling H6 maken
- Proefwerk bespreken in groepen

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Aan elkaar of los?
In het Nederlands schrijven we woorden aan elkaar -> samenstellingen

Woorden worden aan elkaar geschreven als het één ding is: politiebureau, laptoptas, eikenprocessierups

Slide 6 - Slide

Aan elkaar of los? Bagger werkzaam heden

Slide 7 - Open question

Aan elkaar of los? Buitengebruik

Slide 8 - Open question

Welk woord is fout
gespeld?
A
filter en pomp
B
afdekzeil
C
op gestaan
D
opgehaald

Slide 9 - Quiz

Wat is de juiste schrijfwijze? Rode bieten plakken

Slide 10 - Open question

Wat is de juiste schrijfwijze? Zelfopblaas baarmatras

Slide 11 - Open question

Hoeveel spaties moeten weggehaald en toegevoegd worden?
A
drie weghalen, twee toevoegen
B
vier weghalen, één toevoegen
C
drie weghalen, één toevoegen
D
vier weghalen, twee toevoegen

Slide 12 - Quiz

Wat is de juiste schrijfwijze? Explosieve opruimingsdienst

Slide 13 - Open question

Welke werkwoordsvormen zijn er?

Slide 14 - Mind map

Noteer de juiste vorm van de werkwoorden tussen haakjes: Hij (vermoeden) dat hij de door hem (uitzoeken) boeken straks binnen een paar uur (verhandelen) op de boekenmarkt.

Slide 15 - Open question

Noteer de juiste vorm van de werkwoorden tussen haakjes: Het misverstand tussen de altijd (kibbelen) zusjes (ontaarden) zojuist in een felle ruzie.

Slide 16 - Open question

Noteer de juiste vorm van de werkwoorden tussen haakjes: De voorzitter (bestuderen) op dit moment de stukken nog en de vergadering is daarom een uur (uitstellen).

Slide 17 - Open question

Opdr. 9 & 10 Spelling H6 maken
  • Blz. 253-254
  • Noteer ook de werkwoordsvorm!

Slide 18 - Slide

Opdracht 9
1 filialen, failliet
2 sollicitatiebrief, curriculum vitae
3 restauratie, enigszins
4 congruentie
5 parlementariër, re-integratie, sowieso
6 psycholoog, empathisch, chagrijnig
7 vacature, functie-eisen
8 percentage, ambassadeur, escalatie
9 militairen, nationaliteiten, syndroom
10 arbeidsethos, astronomisch


Opdracht 10
1 pvvt: ontvoerden, bn: bezette, pvvt: had, vd: gewaagd.
2 pvtt: kunnen, inf: genieten, bn: gerenoveerde
3 pvvt: floot, pvvt: spitste, pvvt: draafde, od: kwispelend
4 pvtt: houdt
5 gw: kneed
6 pvtt: strompelt, bn: gekneusde, od: aarzelend
7 pvvt: durfde, inf: rijden
8 pvtt: wordt, vd: gemoderniseerd, vd: opgeknapt
9 pvtt: gebeurt, bn: afgedankte
10 pvtt: cirkelt, bn: ontsnapte, pvvt: vluchtte

Slide 19 - Slide

Maken oefentoets
Klaar: lessonUp Spelling
timer
25:00

Slide 20 - Slide