3H - argumentatie in kaart brengen

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Lesprogramma

1. terugblik op vorige les

2. geheugen opfrissen over tekst

3. argumentatiestructuur van de tekst in kaart brengen

Terugblik

- enkelvoudige argumentatie

- nevenschikkende argumentatie

- onderschikkende argumentatie

- objectief argument

- subjectief argument

Enkelvoudig

Standpunt

Argument

Onderschikkend

Standpunt

Argument

Ondersteunend argument

want

Nevenschikkend

Standpunt

Argument

Argument

Argument

en

en

want

Over welk standpunt gaat de tekst?

Lees de laatste alinea. Wat doet de schrijver in de laatste zin?

1. Hij geeft een advies.
2. Hij geeft een samenvatting.
3. Hij geeft een conclusie.

Als je naar de laatste zin kijkt, in welke drie hoofdargumenten kun je de tekst verdelen?

note

In een betogende/overtuigende tekst vat de schrijver in de slotalinea vaak nog even de argumenten samen. Op die manier benadrukt de schrijver nogmaals waarom hij/zij iets vindt en komt de boodschap beter over bij de lezer.

Als je dus het argumentatieschema van een tekst moet maken, kun je na het lezen van de inleiding, vaak gelijk al het slot gaan lezen, zodat je weet waar je in de kern op moet letten.

Wat is het eerste subargument dat in alinea 2 (r. 9 t/m 15) genoemd wordt?

Onder welk hoofdargument valt dit subargument?

1. De vleesindustrie is slecht voor de mens.
2. De vleesindustrie is slecht voor de natuur.
3. De vleesindustrie is slecht voor het dier.

In alinea 3 (r. 16 t/m 23) gaat de schrijver verder in op het argument: Het eten van vlees is minder gezond voor de mens. Welke twee subargumenten geeft hij hiervoor?

Welk hoofdargument wordt er gegeven in alinea 4? (r. 24 t/m 28)

Welk subargument gebruikt de schrijver in alinea 4 om het hoofdargument 'De vleesindustrie is slecht voor de natuur' te ondersteunen?

1. 'Steeds meer ... de mens.'
2. 'Door het ... naar voedsel.'
3. 'Er wordt ... vlees geproduceerd.'
4. 'Het is een massaproduct geworden.

Omschrijf in je eigen woorden wat het argument inhoudt dat in alinea 5 (r. 29 t/m 32) gegeven wordt.

Onder welk hoofdargument valt dit subargument?

1. De vleesindustrie is slecht voor de mens.
2. De vleesindustrie is slecht voor de natuur.
3. De vleesindustrie is slecht voor het dier.

Gezamenlijk het argumentatieschema invullen.

Hoe noem je dit argumentatieschema?

1. enkelvoudig
2. nevenschikkend
3. onderschikkend

Van deze tekst zou je dit argumentatieschema moeten kunnen maken.

Opdracht

Lees de tekst 'De nare gevolgen die mobieltjes hebben voor het milieu' als huiswerk voor de volgende les. 

(De tekst staat als bestand bij het huiswerk voor de volgende les.)