VH1 week 23

• Frans
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Cours de français - semaine 23

(Bij binnenkomst en weggaan: groet even in de chat> Fa)

Aujourd'hui

Doelen:

- Je laat zien dat je het er-ww nu kunt vervoegen in de passé composé (in een formatief toetsje op it's learning)

-Ken je voca B?

-Je krijgt uitleg over grammaire C

-Je stelt je vragen over afgelopen week en komende week

Vous avez des questions??

er- werkwoord

Nog vragen?

Test it's learning

L'adjectif (uitleg grammaire C)

Het bijvoeglijk naamwoord

(zegt iets over het zelfstandig naamwoord)

Een rode trui.

Een mooie auto. 

Herhaling (vorm van het bijv nw)

- het bijv.nw krijgt een extra –e bij --> een vrouwelijk woord 

- het bijv. nw krijgt een extra –s --> bij het  mannelijk meervoud

- het bijv. nw krijgt een extra -es--> bij het vrouwelijk meervoud

- voorbeelden:

Il est grand - ils sont grands

Elle est grande - Elles sont grandes

De plaats van l'adjectif

- In het Nederlands: altijd voor het zelfstandig naamwoord ( b.v een groen huis ).

- In het Frans is de regel: achter het zelfstandig naamwoord,
  b.v.   une maison verte.

Maar ……

Uitzonderingen op de regel

- Soms staat het bijvoeglijk naamwoord voor het zelfstandig naamwoord: (uit het hoofd leren!!)

Beau, bon, joli

Haut, long, petit     

Jeune, nouveau, grand

Vieux, mauvais, gros

Betekenis van deze woorden

Beau = mooi,

bon = goed, lekker

Haut = hoog,

 grand = groot

Joli = leuk, knap

jeune = jong

Long = lang,

nouveau = nieuw

Vieux = oud,

mauvais = slecht

Gros = dik,

 petit = klein

Dus....

 un garçon intelligent

Maar;

Un petit garçon

Onregelmatige vrouwelijke vormen

    man 

 beau

 long 

 nouveau 

 vieux 

 gros 

 bon

.

Vrouw 

 belle

 longue

nouvelle

vieille

 grosse

bonne

Zet het adjectif op de juiste plek

- een mooi huis. =  une .... maison .....

- de grote huizen. = les .... maisons .....

- een groen huis. = une ..... maison .....

Zet het adjectif op de juiste plek

- een mooi huis. =  une belle maison

- de grote huizen. = les grandes maisons 

- een groen huis. = une maison verte

0

In het Nederlands staan de bijvoeglijk naamwoorden altijd voor het zelfstandig naamwoord

1. Waar
2. Niet waar

In het Frans staan de bijvoeglijk naamwoorden altijd achter het zelfstandig naamwoord

1. waar
2. niet waar

Vertaal: een nieuwe film

1. un nouvelle film
2. un film nouvelle
3. un film nouveau
4. un nouveau film

Vertaal: de mooie meisjes

1. les filles belles
2. les filles belle
3. les belles filles
4. les belle filles

Vertaal:
De grote jongen

Vertaal:
De hoge Eiffeltoren

1. La tour Eiffel haute
2. La haute tour Eiffel
3. La haut tour Eiffel
4. La tour Eiffel haut

Wat betekent het woord:" adjectif " in het Nederlands?

1. Bijvoeglijk naamwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. werkwoord
4. bijwoord

Wat is de uitgang van het bijvoeglijk naamwoord,
mannelijk enkelvoud

1. e
2. s
3. -
4. es

Wat is de uitgang van het bijvoeglijk naamwoord,
mannelijk meervoud

1. s
2. niks
3. e
4. es

Wat is de uitgang van het bijvoeglijk naamwoord,
vrouwelijk meervoud

1. s
2. se
3. x
4. es

Wat is de uitgang van het bijvoeglijk naamwoord,
vrouwelijk enkelvoud

1. s
2. e
3. es
4. niks

De plaats van het bijvoeglijk naamwoord:
algemene regel

1. achter het zelfstandig nw of achter de pv
2. achter het zelfstandig nw of voor de pv

Vormen van het bijv. naamwoord. Wat hoort bij elkaar?

grand

grands

grande

grandes

mannelijke vorm

vrouwelijke vorm

mannelijk meervoud

vrouwelijk meervoud

Choisis la bonne réponse?
une robe

1. une robe rougee
2. une rouge robe
3. une robe rouges
4. une robe rouge

Choisis la bonne réponse?
les bottes (vmv)

1. les bottes bleues
2. les bottes bleus
3. les bleues robes
4. les robes bleue

Choisis la bonne réponse?

Madame Martin est

1. français
2. françaises
3. française

Choisis la bonne réponse !
Les filles sont

1. sérieux
2. sérieuses
3. sérieuxes
4. sérieuxes

Weekplanning

Chapitre 7 leren grammaire C en phrases-clé D

Chapitre 7 online maken: Exercices 13 t/m 18

Herhalen werkwoorden:

aller

Bonne journée