Taal woordenschat

• Taal
• Basisschool
• Groep 1,4

Taal woordenschat

Wat betekent?
Iets even niet meer weten.

1. Je beheersen.
2. In de war zijn.
3. Van hier tot Tokio.

Wat is een ander woord voor:
Heel erg moe.

1. Bekaf
2. Klaarwakker
3. Fantaseren

Wat is een ander woord voor:
Als je thuis erg mist

1. Flauwvallen
2. Opgewonden
3. De heimwee.

Wat betekent?
Ergens naartoe gaan.

1. De bestemming bereiken.
2. Onderweg zijn.
3. Op pad gaan.

Ik maak me niet druk om wat iemand vindt.

1. Achtervolgen
2. Afwisselend
3. Ik trek me er niets van aan.

Het eindigen van de dag, het beginnen van de avond.

1. Het aanbreken van de dag.
2. Het vallen van de avond.

Waar of niet waar?
De vlakte is een smalle diepe spleet, bijvoorbeeld in een berg.

1. Waar.
2. Niet waar.

Een kloof is een groot plat stuk land.

1. Waar.
2. Niet waar.

Saai betekent steeds iets anders.

1. Waar.
2. Niet waar.

Ik maak iets mee wat niet leuk is.

1. Positieve ervaring.
2. Negatieve ervaring.

Ik verzin iets.

1. Fantaseren.
2. Turen.

De meester springt snel en in één keer uit de kast.

1. Geleidelijk.
2. Opeens.

Zet de letters in een andere volgorde.
TAK
POST

Blijft de betekenis hetzelfde?
De meester is blij.
Blij is de meester.

1. Ja
2. Nee

Welke twee zinnen kun je maken?
Meester een spel speelt

Speelgoed

Lego
Auto's

Strijkkralen

Gebergte