Woordenschat leerstof

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 5

Woordenschat

Lesdoelen

• Je weet nog wat een understatement en overdrijving is.
• Je kunt woorden veranderen, zodat het in de zin past.
• Je weet hoe je de betekenis van een woord kan achterhalen.

Overdrijving

De schrijver laat iets extra opvallen door het groter, mooier, erger of beter te maken dan het eigenlijk is.

 

Bijv.

Ik zat een eeuwigheid te wachten totdat de huisarts kwam.

In werkelijkheid duurde het 5 minuten.

Understatement

Iemand gebruikt mooie woorden om iets minder erg te maken.

Bijv.

Ik ben niet ontevreden over jouw resultaat.

(wanneer iemand een 9 heeft gehaald voor een toets)

Je zegt eigenlijk:

Dat heb je fantastisch gedaan!

We verzuipen in het werk

1. understatement
2. overdrijving

Ik heb je nu al voor de honderdste keer gewaarschuwd.

1. understatement
2. overdrijving

In de vakantie is in ons huis ongewenst bezoek geweest.

1. understatement
2. overdrijving

De hond doet zijn behoefte altijd bij ons voor de deur.

1. understatement
2. overdrijving

Na de gymles kwamen we met onze tong op de schoenen bij Engels aan.

1. understatement
2. overdrijving

Het gaat slecht met het bedrijf en de directie gaat reorganiseren.

1. understatement
2. overdrijving

Hij heeft een glaasje te veel op.

1. understatement
2. overdrijving

Ik heb van de zenuwen geen oog dicht gedaan.

1. understatement
2. overdrijving

Betekenis onbekend woord

• Zoek naar synoniem (woord met ongeveer dezelfde betekenis)
• Zoek in de tekst naar een omschrijving van het woord
• Zoek in de tekst naar een voorbeeld
• Zoek in de tekst naar een tegenstelling
• Zoek in het woord dat je niet kent een bekend woorddeel