H3 Pulsar Paragraaf 2 Warmte en Milieu

1 / 22
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Een warmtebron maakt warmte

Slide 2 - Slide

Voorbeelden van brandstoffen?

Slide 3 - Mind map

Fossiele brandstoffen
- aardolie
- aardgas
- steenkool 

Deze fossiele brandstoffen zijn ontstaan uit dode planten en dieren. 

Slide 4 - Slide

Fossiele brandstoffen

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

   Verbranding
Bij verbranding van brandstoffen heb je 3 dingen nodig:
- Brandstof
- Zuurstof
- Ontbrandingstemperatuur

Slide 8 - Slide

Volledig

Volledig betekent: in zijn geheel, totaal.

Volledige verbranding betekent dus dat alles in zijn geheel verbrandt.


Hierbij ontstaan waterdamp en koolstofdioxide.



Slide 9 - Slide

Onvolledig

Onvolledig betekent dan dus: niet volledig. Niet totaal.


Bij onvolledige verbranding krijg je dus afvalstoffen in de vorm van roet en koolstofmonoxide.

Slide 10 - Slide

Roet

Roet is een afvalstof. Het bestaat uit koolstof.


Denk maar aan de Pieten van Sinterklaas. Die zijn "zo zwart als roet" omdat ze altijd door de schoorsteen klommen.

Slide 11 - Slide

Koolstofmonoxide

Dit gas komt ook bij onvolledige verbranding vrij.

Dit gas is giftig.


Veel huizen met een CV-ketel hebben een koolstofmonoxide melder hangen.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Het broeikaseffect is goed en het versterkte broeikaseffect is slecht!
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Wat is het broeikaseffect?
A
Het opwarmen van de aarde
B
De negatieve gevolgen van het opwarmen van de aarde
C
Het vasthouden van warmtestraling
D
Het hoger worden van de concentratie broeikasgassen

Slide 15 - Quiz

Kernenergie veroorzaakt het broeikaseffect.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Is het versterkt broeikaseffect slecht?
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quiz

Zonder het broeikaseffect ...
A
... wordt het heel warm op aarde.
B
... blijft de temperatuur op aarde gelijk.
C
... wordt het op aarde net zo koud als in de ruimte.

Slide 18 - Quiz

Wat is GEEN gevolg van het versterkte broeikaseffect?
A
Zure regen
B
Stijgende zeespiegel
C
Extremere onweersbuien
D
Opwarming van de aarde

Slide 19 - Quiz

het broeikaseffect wordt veroorzaakt door
A
koolstofdioxide
B
zwaveldioxide
C
stikstofoxiden
D
drijfgassen/raketbrandstof

Slide 20 - Quiz

Hoe warm zou het zijn als er geen broeikaseffect was?
A
-8 C
B
-18 C
C
2 C
D
-12 C

Slide 21 - Quiz

Aan de slag! 
Ga aan de slag met paragraaf 3.2
Opdrachten 1 t/m 18

Slide 22 - Slide