5.7 Weet je nog?

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 5
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 5
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
Pak je boek van Nederlands, laat het nog even dicht. 



Slide 2 - Slide

2. Leergebiedoverstijgende doelen
Zelfstandig leren
- Werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld. 

Als er staat leg je antwoord uit, doe je dat. 




Slide 3 - Slide

Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie. 
Ryan, Dennis, Ihabe. 

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Amber, Zouhir, Ties, Noah, Jermaine, Shaqell, Anouk, Jara, Shurvin, Bas

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
n.v.t.

Slide 4 - Slide

3. Lesdoel
Aan het eind van deze les; 
- kun je de persoonsvorm op de juiste manier spellen.
- kun je van een geschreven persoonsvorm aangeven of die correct geschreven is of niet. 

Slide 5 - Slide

Verdiept arrangement:
Les 5.7: 
blz. 196
opdr. 16

Slide 6 - Slide

Mini-check
3 goed = zelfstandig aan de slag. 
0-2 goed = instructie volgen. 

Slide 7 - Slide

De leraar streep de foute antwoorden door.
De persoonsvorm is in deze zin goed/fout geschreven.
A
goed
B
fout

Slide 8 - Quiz

Ik kijk vol spanning toe.
De persoonsvorm is in deze zin goed/fout geschreven.
A
goed
B
fout

Slide 9 - Quiz

Op een werkstuk haalt je wel makkelijk een voldoende.
De persoonsvorm is in deze zin goed/fout geschreven.
A
goed
B
fout

Slide 10 - Quiz

uitslag mini-check
3 goed = zelfstandig aan de slag. 
0-2 goed = instructie volgen. 

Slide 11 - Slide

4. Instructie
Lees mee op de volgende dia's. 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Lees en maak les 5.7, opdr. 16 op blz. 196

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
Kom aan de instructietafel zitten. 
Dan gaan we samen aan de slag. 

Slide 14 - Slide

6. Zelfstandig werken
Je leest en maakt zelfstandig, in stilte:
V: 5.7, opdr. 16 op blz. 196
B/I: 5.7, opdr. 16 op blz. 196

Ben je klaar?
1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig. 
2. Huiswerk ander vak afmaken. 
3. Leren toets/lezen/tekenen/Smartgame. 
timer
30:00

Slide 15 - Slide

7. Evaluatie
- Zelfstandig leren; werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld.
 
Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee! 




Slide 16 - Slide

Spel de PV op de juiste manier.
De leraar ...... (zetten) het huiswerk op het bord.

Slide 17 - Open question

Spel de PV op de juiste manier.
...... (boffen) jij even!

Slide 18 - Open question

Spel de PV op de juiste manier.
Jullie ...... (maken) dit heel goed!

Slide 19 - Open question

Afsluiting
Ruim je boek en schrift van NE op.

Volgende lesuur: ......




Slide 20 - Slide