Spelling paragraaf 6

Spelling paragraaf 6
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Spelling paragraaf 6

Slide 1 - Slide

Lesdoel

Je kunt komma's, dubbele punten, aanhalingstekens en puntkomma's op de juiste manier gebruiken.

Slide 2 - Slide

Programma
1) Bespreken huiswerk (opdracht 5 van par. 5)
2) Behandelen theorie par. 6
3) Opdrachten  maken en bespreken
4) aanvullende opdrachten maken



Slide 3 - Slide

Huiswerk bespreken
opdracht 5 van par. 5 Spelling op blz. 253.




Slide 4 - Slide

Komma
- Voor of na een aanspreking;
- Tussen de delen van een opsomming (maar NIET voor 'en');
- Tussen twee persoonsvormen;
- Tussen hoofdzin en bijzin, als de delen lang zijn;
- Voor en achter een bijstelling.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Dubbele punt

- bij een citaat;

- een gedachte (maar hier gebruik je nooit aanhalingstekens!);

- een opsomming;

- een uitleg of toelichting.

Slide 7 - Slide

Aanhalingstekens

- bij citaten;

'Ik ga niet!' zei hij.

'Ik ga niet,' zei hij, 'want heb al iets anders.'

'Ik ga niet' , zei hij. 'Misschien wil Marloes wel.'

- als het woord zelf bedoeld wordt en niet de betekenis;

- als het woord of de woordgroep op een speciale manier (bijvoorbeeld spottend) gebruikt wordt.

Slide 8 - Slide

Puntkomma

- tussen hoofdzinnen die sterker met elkaar samenhangen dan losse zinnen;

- als afsluiting van de onderdelen van een langere opsomming die onder elkaar staan.

Slide 9 - Slide

Maak opdracht 1 t/m 3
Deze opdrachten gaan we zo bespreken.

Ben je klaar, dan ga je online opdrachten maken van Nieuw Nederlands van Cursus 7 Spelling: 
 - paragraaf 2 (vanaf opdracht 5)
- paragraaf 3 (vanaf opdracht 6)
- paragraaf 5 (vanaf opdracht 6)
- paragraaf 6 (vanaf opdracht 4)

Slide 10 - Slide