Woorden Once upon a time lesson 1

• Engels
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

Woorden lesson 1

thema Once Upon A Time

Het nieuwe thema is "Unce upon a time" en gaat over.....sprookjes. 

Welke sprookjes ken jij?

Wat gaan we doen vandaag?

- nieuwe woorden leren die bij het thema Once upon a time horen

- oefenen met de woorden

Doel van vandaag : 

- Ik weet de betekenis van minimaal 10 nieuwe woorden na deze les. 

once upon a time

(wanse apon a taim)

er was eens

Fairy tales usually start with 'Once upon a time'

(Sprookjes beginnen meestal met 'Er was eens')

evil

(ievil)

kwaadaardig, slecht 

The Evil Queen and Snow White are two important characters

in Once Upon A Time.

(De kwaadaardige koningin en Sneeuwwitje zijn twee belangrijke karakters in Once Upon A time.)

curse

(kurse)

vloek

This curse will last forever and nothing can break it!

(Deze vloek is voor altijd en niemand kan hem breken.)

continue

(kontinjoe)

doorgaan

How will the story continue? What will happen next week?

(Hoe zal het verhaal doorgaan? Wat gaat er volgende week gebeuren?)

fairy tale

(ferrie teel)

sprookje

A fairy tale is a magical story with a happy ending.

(Een sprookje is een magisch verhaal met een vrolijk einde)

believe

(bielieve)

geloven

 I don't believe what you are saying. I think you are lying.

(Ik geloof niet wat je zegt. Ik denk dat je liegt.)

birthday

(beursdeej)

verjaardag

What presents did you get for your birthday?

( Wat voor cadeaus heb je voor je verjaardag gekregen?)

future

(fjoetjur)

toekomst

Will robots take over many jobs in the future?

(Zullen robots veel banen overnemen in de toekomst?)

poisoned

(pojsunt)

vergiftigd

Snow White died after eating a poisoned apple.

(Sneeuwwitje ging dood na het eten van een vergiftigde appel.)

wedding

(wedding)

bruiloft

The prince and his bride are getting married and will have a

big wedding.

(De prins en z'n bruid gaan trouwen en hebben een grote bruiloft)

queen

(kwien)

koningin

The king of Spain and his wife Queen Letizia visited the UK in

2017.

(De koning van Spanje en zijn vrouw koningin Letizia bezochten de UK in 2017.)

prince

(prins)

prins

A prince is the son of a king and queen.

(Een prins is de zoon van een koning en koningin.)

story

(stoorie)

verhaal

Will you read me a story before I go to sleep?

(Wil je een verhaal voorlezen voordat ik ga slapen?)

Oefen met de woorden

Je krijgt steeds een vraag over de woorden, probeer het juiste antwoord in te vullen.....

Succes!

Hoe zeg je "er was eens" in het Engels?

1. there was sometimes
2. once upon a time
3. there was agree

Hoe zeg je "geloven" in het Engels?

1. faith
2. gelief
3. believe

Hoe zeg je "bruiloft" in het Engels?

1. husband
2. wife
3. wedding
4. marriage

Hoe zeg je "koningin" in het Engels?

1. king
2. queen
3. princess
4. prince

Wat betekent "poisened"?

1. vergiftigd
2. punaise
3. geloven
4. koningin

Wat betekent "birthday"?

1. geboorte
2. feest
3. verjaardag
4. dag van de vrijheid

Wat betekent "continue"?

1. geloven
2. doorgaan
3. steeds

Wat betekent "prince"?

1. prins
2. koekje
3. koning
4. prinses

Welk woord moet op de puntjes staan?
How will the story ..................?
What will happen next week?

1. believe
2. continue
3. wedding
4. future

Welk woord moet op de puntjes staan?
A ................. is a magical story with a happy ending.

1. prince
2. birthday
3. fairy tale
4. future

Welk woord moet op de puntjes staan?
I don't ................. what you are saying. I think you are lying.

1. birthday
2. poisoned
3. believe
4. prince

Welk woord moet op de puntjes staan?
Fairy tales usually start with '....................................'

1. wedding
2. queen
3. evil
4. once upon a time

Welk woord moet op de puntjes staan?
A .............. is the son of a king and queen.

1. princess
2. queen
3. king
4. prince

Welk woord moet op de puntjes staan?
Will robots take over many jobs in the ................?

1. birthday
2. future
3. fairy tale

Welk woord moet op de puntjes staan?
The prince and his bride are getting married and will have a
big ............

1. wedding
2. future
3. fairy tale

Welk woord moet op de puntjes staan?

What presents did you get for your ................?

Welk woord moet op de puntjes staan?

This ............ (vloek) will last forever and nothing can break it!

Welk woord moet op de puntjes staan?

How will the story ............(doorgaan) What will happen next week?

Waar gaat dit filmpje over?

1. children
2. signature
3. visit
4. murderer

Tijd over? Zelfstandig oefenen

Log in bij WIRED

Oefen met de WORDS van Once Upon A Time

Hoeveel van de woorden van vandaag heb je onthouden?

geen één, veel te moeilijk

een paar, maximaal 5

zeker 10 woorden

allemaal, lekker makkelijk dit

Welke woorden heb je van vandaag onthouden?