HNE Duits V2 les 7 NK K1, L2

1 / 51
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1,2

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes, text slides and 9 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Herzlich Willkommen im Deutschunterricht!
Heute braucht ihr:
- Buch / Laptop
- Heft
- Kugelschreiber
Montag 18. September 2023
Nachsommer - Woche 38

Slide 2 - Slide

Was machen wir heute?
1) Aktuelles
2) Hausaufgaben überprüfen
3) Grammatik C und D                                               
4) Bingo

Slide 3 - Slide

Am Ende dieser Stunde
- weet je wat meer over een van de bekendste Duitse feesten en je kijk- en luistervaardigheid getraind
- heb je kennisgemaakt met de Duitse getallen

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Op welk beroemd feest is Checker Tobi?
A
Fall der Mauer
B
Weihnachtsmarkt
C
Oktoberfest
D
Herbstfest

Slide 7 - Quiz

Was weißt du über das ...
Oktoberfest

Slide 8 - Mind map

3

Slide 9 - Video

01:04
Hoeveel voetbalvelden bevat het festivalterrein (alleen cijfers gebruiken)

Slide 10 - Open question

01:19
Wat is de Theresiawiese.
A
Op de wijze van Theresia.
B
Theresia is de eigenaar.
C
Een groot grasveld.

Slide 11 - Quiz

01:23
Hoe noemen de mensen uit München het Oktoberfest ?

Slide 12 - Open question

4

Slide 13 - Video

02:25
Wanneer beginnen ze doorgaans met de bouw van het Oktoberfest?
A
Mei
B
Juli
C
Juni
D
Augustus

Slide 14 - Quiz

02:48
Hoeveel tijd kost het bouwen van de Alpina "Achterbahn"
A
1 Woche
B
2 Wochen
C
3 Wochen

Slide 15 - Quiz

04:11
Hoeveel LKW's (vrachtwagens) zijn er nodig om de achtbaan te vervoeren (vul alleen getal in).

Slide 16 - Open question

04:29
Wat zijn "Fahrgeschäfte"?
A
auto's
B
woonwagens
C
vrachtauto's
D
attractie's

Slide 17 - Quiz

3

Slide 18 - Video

07:21
Hoeveel Fahrgeschäfte zijn er op het Oktoberfest.
A
Meer dan 50
B
Meer dan honderd
C
Meer dan 150
D
Meer dan tweehonderd

Slide 19 - Quiz

07:38
Hoeveel "Essenstände" zijn er op het Oktoberfest? (vul getal in)

Slide 20 - Open question

07:58
Hoeveel jaar staat de "Krinoline" op het Oktoberfest? (alleen getal invoeren)

Slide 21 - Open question

3

Slide 22 - Video

10:27
Wat was de reden van het eerste Oktoberfest
A
Bruiloft
B
Paardenwedstrijd
C
Feestdag

Slide 23 - Quiz

10:56
Welke volgorde klopt
A
Eettentjes, attracties, paardenrennen
B
Paardenrennen, eettentjes, attracties
C
Attracties, paardenrennen, eettentjes

Slide 24 - Quiz

11:41
Waarom begint het Oktoberfest in september?
A
Past beter in de agenda's
B
Anders valt het tegelijk met de herfstvakantie.
C
Het is te kort na de zomer
D
Het weer is dan beter.

Slide 25 - Quiz

5

Slide 26 - Video

12:18
Wat zijn de drie essentials in een Biertent (Bierzelt)
A
Bier, Wurst und Brezel
B
Bier, Hänchen, Brezel
C
Wurst, Hänchen en Brezel
D
Wein, Hänchen und Brezel

Slide 27 - Quiz

12:49
Hoeveel halve haantjes worden er tijdens het Oktoberfest gegeten (alleen getallen invullen)

Slide 28 - Open question

13:34
Hoeveel liter glazen bier (Maß) kan Liesl dragen? (alleen getal invoeren)

Slide 29 - Open question

13:53
Hoeveel kilometer lopen de bediendes gemiddeld in twee weken? (alleen getallen invoeren)

Slide 30 - Open question

14:13
Hoe noem je de typische "Trachten" van Bayern en dus Oktoberfest?
A
Dirndl und Hose
B
Dirndl und Hörnerkappe
C
Dirndl und Lederhose

Slide 31 - Quiz

5

Slide 32 - Video

12:18
Wat zijn de drie essentials in een Biertent (Bierzelt)
A
Bier, Wurst und Brezel
B
Bier, Hänchen, Brezel
C
Wurst, Hänchen en Brezel
D
Wein, Hänchen und Brezel

Slide 33 - Quiz

12:49
Hoeveel halve haantjes worden er tijdens het Oktoberfest gegeten (alleen getallen invullen)

Slide 34 - Open question

13:34
Hoeveel liter glazen bier (Maß) kan Liesl dragen? (alleen getal invoeren)

Slide 35 - Open question

13:53
Hoeveel kilometer lopen de bediendes gemiddeld in twee weken? (alleen getallen invoeren)

Slide 36 - Open question

14:13
Hoe noem je de typische "Trachten" van Bayern en dus Oktoberfest?
A
Dirndl und Hose
B
Dirndl und Hörnerkappe
C
Dirndl und Lederhose

Slide 37 - Quiz

1

Slide 38 - Video

20:52
Hoe is het "jodelen" ontstaan?
A
Vroeger waren de mensen erg moe na het werken en dan zongen ze woordeloze klanken
B
Vroeger had je nog geen telefoon en jodelden ze om elkaar dingen op afstand duidelijk te maken.
C
Alleen rijke gezinnen hadden alpenhoorns, de anderen moesten jodelen om die muziek te maken

Slide 39 - Quiz

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Video

Namen buchstabieren!

Slide 42 - Slide

Hausaufgaben überprüfen
Übung 10 (S. 13):
2. hebben jullie
3. heb jij
4. heeft u
5 zijn jullie geweest
6. Zij heeft gehad
Übung 11 (S. 13):
2. a: wohne
3. j: heißt 
4. i:: bin
5. b: habe 
6. c: ist
7. d: spiele
8. e: tue / mache
9. f: heißt
10. h: haben
Übung 12 (S. 14):
Wie heißt du? - Mein Name ist Leon.
Wo wohnst du? - Ich wohne in Hamburg
Woher kommst du? - Ich komme aus ...
Wie alt bist du? - Ich bin vierzehn ...
Hast du einen Bruder? - Nein, ich habe ...
Ist Kochen dein Hobby? - Ja ich koche ...
                      - Und was machst du gerne?
Ich singe gern - Das macht meine ...  
Übung 5 (S. 16):
2 manchmal - soms
3 ohne - zonder
4 schwierig - moeilijk
5 Schüler - leerling
6 Wenn - als

Slide 43 - Slide

Grammatik C
Persoonlijk voornaamwoord in de eerste naamval (nominatief) en dus onderwerp
IDEWIS
ich + du = wir 
du + du = ihr
Sie + Sie = Sie
er + sie + es = sie 
der Mann = er / Thomas = er / Anita und Elsa = sie / das Buch = es
Mache: 
Übung 7+8, S. 19

Slide 44 - Slide

Zahlen: Grammatik D

Slide 45 - Slide

Zahlen
> net als in NL zevenentwintig 
> 10-tallen: +zig uitzondering: dreißig / sechzig
> ein of eins? Staat er wat achter? Nee > ein
    bijv: einhunderteins/hundert/einunddreißig/ein Bier/zwei nach eins

Slide 46 - Slide

Mache übung 7+ 8 + 11

Slide 47 - Slide

Jetzt Zeit für dein erstes deutsches Bingo
Noteer 9 getallen onder de 20 op een blaadje (met een pen) 
zorg dat je niet hetzelfde hebt als je
buurman, -vrouw!

Slide 48 - Slide

                                 TSCHÜSS

Slide 49 - Slide

Mache übung 11

Slide 50 - Slide

Slide 51 - Slide