H10 leerdoelen toets

Deze les
  • Herhaling leerdoelen 
  • Vragen tussendoor
  • Hoe bereid je je voor? 
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Deze les
  • Herhaling leerdoelen 
  • Vragen tussendoor
  • Hoe bereid je je voor? 

Slide 1 - Slide

- Je kunt de levensfasen en de bijbehorende kenmerken noemen. 
- Je kunt uitleggen wat lichamelijke en geestelijke ontwikkelingen is en voorbeelden hiervan noemen.  
Twee soorten ontwikkeling:
  • lichamelijk
  • geestelijk

Voorbeelden?

Slide 2 - Slide

- Je kunt uitleggen wat hormonen zijn en hoe hormonen werken zodat er veranderingen ontstaan.  
Hormonen = regelstoffen. Gemaakt in hormoonklieren, bijv:
  • Hypofyse = klein orgaantje onder aan de hersenen. 
Hormoonklier geeft hormonen af aan het bloed. Dan komt het bij doelwitorganen.  Past het hormoon op de receptor op het celmembraan, dan
gebeurt er iets.

Slide 3 - Slide

- Je kunt beschrijven hoe men groeit.
- Je kunt uitleggen waardoor mannen vaak langer zijn dan vrouwen.

Slide 4 - Slide

- Je kunt primaire, secundaire en tertiaire geslachtskenmerken noemen/herkennen.
Geslachtskenmerken = kenmerken waaraan je het verschil tussen jongens en meisjes kunt zien.
  • primair: zijn vanaf geboorte aanwezig.
  • secundair: ontstaan in puberteit.
  • tertiair: verschillen in kleding/denken/gedrag.

 

Slide 5 - Slide

- Je kunt uitleggen hoe jeugdpuistjes en mee-eters ontstaan. 
- Je kunt uitleggen wat je eigen identiteit ontwikkelen betekend.
Acne: huid maakt talg (vettige stof) -> gaat via poriën naar buiten. Als die verstopt raken, ontstaat er een mee-eter. Met bacteriën in de talg, wordt dit een puistje.

Identiteit = wie je bent.
  • Wat is voor jou belangrijk?
  • Hoe kom je op anderen over?
  • Hoe zie je eruit?

Slide 6 - Slide

- Je kunt beschrijven hoe geslachtshormonen (oestrogeen/testosteron) ervoor zorgen dat er lichamelijke veranderingen op gaan treden. 
Hypofyse produceert hormonen in het begin van de puberteit. Die hormonen gaan naar de geslachtsorganen. Die reageren op deze hormonen door geslachtshormonen te maken:
  • de zaadballen maken testosteron (mannelijk)
  • de eierstokken maken oestrogeen (vrouwelijk)

Door deze geslachtshormonen ontstaan 
secundaire geslachtskenmerken.

Slide 7 - Slide

- Je kunt uitleggen wat transgender zijn betekent.
- Je kunt de stappen noemen die transgenders doormaken wanneer 
zij van geslacht willen veranderen.

Als je een geslachtsverandering wilt, doorloop je een aantal stappen.

Transseksueel = iemand die van geslacht veranderd is.


Slide 8 - Slide

- Je kunt uitleggen welke relaties er zijn en welke normen en waarden je daarbij kunt hebben.
- Je kunt verschillende liefdesrelaties opnoemen en uitleggen.





Waarden
geven aan wat je belangrijk vindt.
Normen geven aan wat je juist wel of niet doet (regel).
Contact= alles wat je met mensen doet.
Relaties= alle banden die je met mensen hebt.


Slide 9 - Slide

- Je kunt de onderdelen van het mannelijk en vrouwelijk geslachtsorgaan benoemen.
- Je kunt uitleggen wat zelfbevrediging/masturbatie is. 
Masturbatie word ook wel zelfbevrediging genoemd. Een jongen of meisje vrijt dan met zichzelf.

Slide 10 - Slide

- Je kunt beschrijven wat geslachtsgemeenschap is en hoe je seksueel opgewonden raakt.
Vaak begint het vrijen met elkaar omhelzen en strelen op gevoelige plaatsen, zoals de geslachtsorganen.

De eikel en de clitoris zijn tijdens het vrijen extra gevoelig. Het vrijen tot aan de geslachtsgemeenschap noem je het voorspel
 Klaarkomen (orgasme) kan gebeuren tijdens het vrijen, maar ook al tijdens het voorspel of door masturbatie. 

Slide 11 - Slide

Wat is de juiste volgorde van levensfasen.
A
Baby, peuter, kleuter, kind, adolescent, puber, volwassene, ouder
B
Baby, kleuter, peuter, kind, puber, adolescent, volwassene, ouder
C
Baby, peuter, kleuter, kind, puber, adolescent, volwassene, ouder
D
Baby, kleuter, peuter, kind, adolescent, puber, volwassene, ouder

Slide 12 - Quiz

Welke lichamelijke ontwikkeling hoort er bij een kleuter?
A
Veters strikken
B
Leren lopen
C
Leren zitten
D
Leren rennen

Slide 13 - Quiz

Hoe heet onderdeel 1?

Slide 14 - Open question

In de                            bevinden zich                           cellen, deze cellen kunnen zich                                 . Wanneer je groeischijven                                , veranderen ze in bot. Dit gebeurt allemaal onder invloed van het                              .
delen
groeschijven
groeihormoon
verkalken
kraakbeen

Slide 15 - Drag question

Primaire geslachtskenmerken
Secundaire geslachtskenmerken
Penis
Borsten
Baard in de keel
Grote schaamlippen
Vagina
Bredere heupen
Balzak
Toename spiermassa
Baardgroei

Slide 16 - Drag question

- Je kunt uitleggen op welke manieren soa's kunnen worden overgedragen.
- Je kunt uitleggen wat je moet doen bij een besmetting met een soa.
- Je kunt uitleggen hoe je een soa voorkomt.

Seksueel overdraagbare aandoening (geslachtsziekte)

Kan veroorzaakt worden door: virussen, bacteriën of schimmels.
Besmettelijk via: vaginale/anale/orale seks.
Hepatitis B, syfillis en hiv kunnen ook anders overgedragen worden: via bloed of van moeder op kind.

Bij geslachtsgemeenschap beschermt alleen het condoom tegen SOA's. Bij orale bevrediging is dat het beflapje.

Slide 17 - Slide

- Je kunt de meest voorkomende soa's noemen.

Slide 18 - Slide

- Je kunt beschrijven wat er in het lichaam bij een 
hiv besmetting gebeurd. 
Het aidsvirus (hiv) maakt witte 
bloedcellen stuk.
 
Zijn er veel witte bloedcellen stuk, dan werkt je afweer niet meer en krijg je ziekteverschijnselen. Je hebt dan aids. Als je afweer niet meer werkt, kun je bijvoorbeeld al dood gaan aan een eenvoudige griep.

Hiv-remmers vertragen de vermeerdering van hiv. Ze verlengen de tijd waarin je nog geen ziekteverschijnselen van aids hebt.

Slide 19 - Slide

- Je kunt uitleggen hoe HVP baarmoederhalskanker kan veroorzaken en hoe de kans hierop verminderd kan worden.

HPV is een virus dat wordt overgedragen door seksueel contact en baarmoederhalskanker kan veroorzaken. Zeer besmettelijk!


Inenting tegen HPV vermindert de kans op het ontstaan van baarmoederhalskanker.


Slide 20 - Slide

- Je kunt de verschillende onderdelen van de hersenen benoemen en hun taak noemen. 
- Je kunt beschrijven welke veranderingen er op treden in de puberteit met de rijping van de frontaalkwab.
Hersenen bestaan uit zenuwcellen (cellichaam en uitlopers).
Hersenschors = buitenkant van de grote hersenen. Sommige delen daarvan hebben een eigen taak: hersencentrum.

Frontaalkwab: plannen, beslissingen 
nemen en emoties reguleren. Ontwikkelt 
in puberteit verder:
  • beter taken plannen en info onthouden.
  • meer bewustzijn over gevolgen van gedrag.

Slide 21 - Slide

Gebied van Wernicke: betekenis van woorden herkennen.
Gebied van Broca: praten en grammatica.

Slide 22 - Slide

- Je kunt de verschillende onderdelen van de hersenen 
benoemen en hun taak noemen. 
- Je kunt uitleggen wat hersenrijping is. 
Limbisch systeem: reageert op emoties en beloningen. 
Pubers zoeken hierdoor naar een 'kick', zonder altijd 
rekening te houden met de gevolgen.

Hersenrijping = ontstaan van verbindingen tussen zenuwcellen.
Rijping van hersenen verschilt per persoon, maar rond 25e bij iedereen 'af'. Je kunt dan nog steeds dingen leren! Door te oefenen/leren maken je zenuwcellen nog steeds nieuwe verbindingen.

Slide 23 - Slide

Hoe worden hormonen door het lichaam verplaatst?
A
via zenuwen
B
via bloedvaten
C
via spieren
D
via de wervelkolom

Slide 24 - Quiz

Hoe heet de belangrijke hormoonklier in de hersenen?
A
hersenstam
B
witte stof
C
hypofyse
D
hypothalamus

Slide 25 - Quiz

Wat voor soort cellen vind je voornamelijk in de hersenen?
A
witte bloedcellen
B
zintuigcellen
C
beenmergcellen
D
zenuwcellen

Slide 26 - Quiz

Hoe bereid je je voor?
  • Leerdoelen uitwerken (met LessonUps en boek)
  • Oefentoets online (let op: dat is niet de test jezelf)
  • LessonUps opnieuw maken
  • Verdiepingsopdrachten in planner maken

Extra ondersteuning? Extra les?

Slide 27 - Slide