2HV Aanpassingen bij planten

Wat gaan we vandaag doen?
  • Leerdoelen T6B8
  • Herhalingsvragen T6B7
  • Uitleg T6B8
  • Zelfstandig aan het werk
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Wat gaan we vandaag doen?
  • Leerdoelen T6B8
  • Herhalingsvragen T6B7
  • Uitleg T6B8
  • Zelfstandig aan het werk

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  1. Je moet bij planten aanpassingen aan de biotoop kunnen beschrijven.

Slide 2 - Slide

Ad en Ton vergelijken landdieren met waterdieren. Ad zegt dat alle dieren die in het water leven een gestroomlijnde lichaamsvorm hebben. Ton zegt dat alle dieren die op het land leven aanpassingen hebben om hun eigen lichaamsgewicht te dragen. Wie heeft (hebben) gelijk?
A
Ad
B
Ton
C
Beide
D
Geen van beide

Slide 3 - Quiz

Is een egel een topganger of een zoolganger?
A
Zoolganger
B
Topganger

Slide 4 - Quiz

Zijn de poten van een egel vooral aangepast aan het lopen op een zachte bodem of aan het lopen op een harde bodem?
A
Harde bodem
B
Zachte bodem

Slide 5 - Quiz

Welke poot kan van een loopvogel zijn?
A
Poot 1
B
Poot 2
C
Poot 3
D
Poot 4

Slide 6 - Quiz

Welke poot kan van een roofvogel zijn?
A
Poot 1
B
Poot 2
C
Poot 3
D
Poot 4

Slide 7 - Quiz

Hoe gebruikt deze vogel zijn snavel bij het verkrijgen van voedsel?
A
Deze vogel kraakt met zijn snavel noten en harde zaden
B
Deze vogel prikt met zijn snavel in de bodem naar bodemdiertjes
C
Deze vogel vangt met zijn snavel insecten
D
Deze vogel zeeft met zijn snavel kleine plantjes en diertjes uit het water

Slide 8 - Quiz

Voorbeelden van een gestroomlijnde lichaamsbouw zijn een gladde huid en een geleidelijke overgang van de kop, romp en staart.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

De bodem van de Noordpool is zacht door alle sneeuw die er ligt. Je zakt er makkelijk in weg. Zul je op de Noordpool vooral teengangers, topgangers of zoolgangers tegenkomen?
A
Teengangers
B
Topgangers
C
Zoolgangers

Slide 10 - Quiz

Waarvoor zouden planten
zich kunnen aanpassen
in een biotoop?

Slide 11 - Mind map

Aanpassingen aan de hoeveelheid licht:
Zonplanten hebben kleine, dikke bladeren en schaduwplanten juist grote smalle bladeren. Ook zijn er voorjaarsbloeiers die al bloeien voordat de bomen gaan bloeien.

Slide 12 - Slide

Aanpassingen aan de hoeveelheid water
Opslag van water in stengels.

Slide 13 - Slide

Waterplanten (waterlelie, waterpest) hebben slappe stengels met luchtkanalen. Hierdoor kan er zuurstof van de bladeren naar de wortels worden gebracht.

Slide 14 - Slide

Zelfstandig werken
Maken opdrachten van basisstof 8 (27 t/m 29)

Slide 15 - Slide