GL3HVch6 Demander et indiquer le chemin

Grandes Lignes 3HV chap 6
Demander et indiquer 
le chemin 
1 / 37
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Grandes Lignes 3HV chap 6
Demander et indiquer 
le chemin 

Slide 1 - Slide

Objectif:
Herhaling vocabulaire en zinnen 
om de weg te vragen en te wijzen
Vragen = demander
Wijzen = indiquer
De weg = le chemin, la route

Slide 2 - Slide

De weg vragen en wijzen:
welke Franse woorden
komen bjj je op?

Slide 3 - Mind map

Une vidéo avec des questions

Bekijk het volgende filmpje;
Daarna volgen enkele vragen

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Hoe zegt Tony dat ie verdwaald is?
A
Je suis à pied
B
Je suis perdu

Slide 6 - Quiz


Hoe begint Tony beleefd zijn vraag aan de meneer?
(......... .........) est-ce qu'il y a une boulangerie?

Slide 7 - Open question

Hoe had hij ook kunnen beginnen?
(............) -moi Monsieur, est-ce qu'il y a une boulangerie?

Slide 8 - Open question

Hoe kun je de weg naar het café vragen?
A
Pardon, Madame, pour aller au café?
B
Excusez-moi Madame, je cherche le café?
C
Pardon Monsieur, où est le café s'il vous plaît?
D
Pardon Monsieur, il y a un café tout près?

Slide 9 - Quiz

Hoe zeg je dat iemand de eerste straat links moet nemen?
A
Vous allez tout droit
B
Vous prenez la première rue à droite
C
Vous tournez à gauche
D
Vous prenez la première rue à gauche

Slide 10 - Quiz

Vul in:
(Voor) la poste il y a une banque
A
Avant
B
Devant
C
Pour
D
Derrière

Slide 11 - Quiz

Vul in:
Il y a un parc (achter) la maison
A
Derrière
B
Entre
C
Devant
D
En face

Slide 12 - Quiz

(Tegenover) l'hôpital se trouve un cinéma
A
Au bout de
B
Entre
C
En face de
D
A droite de

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

aller
tourner
avancer
passer
traverser
continuer
prendre
descendre la rue
afslaan
langskomen
doorgaan
gaan
verderlopen
de straat uitlopen
oversteken
nemen

Slide 16 - Drag question

Une vidéo avec des questions

Bekijk het volgende filmpje;
daarna volgen enkele vragen;
let op waar ze heen willen.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Wat zoekt het meisje?
A
La cathédrale
B
La poste
C
La banque
D
La boulangerie

Slide 19 - Quiz

Wat zoekt de jongen?
A
La banque
B
La cathédrale
C
Le parc
D
Le cinéma

Slide 20 - Quiz

Hoe wens je iemand een prettige dag?

Slide 21 - Open question

Vul aan:
Vous allez tout droit (tot aan) la cathédrale

Slide 22 - Open question

Vul aan:
C'est à cent mètres, juste (naast de) cinéma

Slide 23 - Open question

Un podcast: concentrez-vous!
  • Op de volgende dia staat een plattegrond en een lijst met 10 gebouwen/locaties. 
  • Iemand legt uit, met verkeerslawaai, waar alles ligt (2x).
  • Nummer van 1 tot 10 op een blaadje en zoek terwijl je luistert de letter van de plek erbij. 
  • Er worden 2 gebouwen overgeslagen; het gaat niet op volgorde

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Réponses
1 la poste
F
6 le Square Victor Hugo
J
2 le restaurant de Bretagne
K
7 la gare
C
3 le cinéma
Q
8 la gare routière
D
4 la Place saint-Pierre
E
9 la boulangerie
-
5 l'hôpital
-
10 la FNAC 
G

Slide 27 - Slide

Een aanwijzing met 
IL FAUT + HELE WERKWOORD
(je moet/u moet/we moeten)

  • il faut changer de métro
  • il faut prendre le bus
  • il faut  tourner à gauche
  • il faut aller jusqu'au rond-point
  • il faut rester ensemble
Een aanwijzing met GEBIEDENDE WIJS


  • changez de ligne
  • prenez le train
  • tournez à droite
  • allez à gauche
  • restez ensemble

Slide 28 - Slide

Vertaal: met de boot

Slide 29 - Open question

Vertaal:
met de fiets

Slide 30 - Open question

Vertaal:
Nee, het is niet ver.

Slide 31 - Open question

Vertaal:
aan uw linkerhand
A
à gauche
B
à droite
C
sur votre gauche
D
sur votre droite

Slide 32 - Quiz

Vertaal:
Laten we de bus nemen
A
Prenez le bus
B
Prenons le bus
C
Prends le bus

Slide 33 - Quiz

Vertaal:
Kunt u mij helpen?
A
Vous pouvez m'aider?
B
Vous pouvez m'aimer?
C
Vous pouvez traverser?

Slide 34 - Quiz

Kies een vertrek punt en een doel.
Oefen en wissel van rol.

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide