Dekabristenopstand (1825): Jonge officieren probeerden de tsaar omver te werpen na Napoleon's val, geïnspireerd door westerse vrijheidsideeën. De opstand mislukte, maar was een belangrijk teken van groeiende onvrede.
Revolutie van 1905: Na militaire nederlagen en sociale spanningen eisten arbeiders en boeren hervormingen. Tsaar Nicolaas II beloofde veranderingen, maar voerde die beperkt uit.
Februarirevolutie (1917): Leidde tot de val van de tsaar. Rusland werd een republiek, maar bleef instabiel.
Oktoberrevolutie (1917): De bolsjewieken grepen de macht en stichtten een communistische staat – een directe breuk met het tsaristische verleden, mede gevoed door revolutionaire ideeën die o.a. uit de Franse Revolutie voortkwamen.