Startopdracht; Maak de voorkennis opdrachten van H7
Bladzijde 8 en 9
Slide 1 - Slide
Leerdoelen 7.1
7.1.1 Je kunt benoemen welke materialen warmte, elektriciteit en geluid goed geleiden en welke materialen niet.
7.1.2 Je kunt uitleggen waarom materialen uitzetten als hun temperatuur hoger wordt.
7.1.3 Je kunt beschrijven wat corrosie is.
7.1.4 Je kunt uitleggen wat verspanen is.
7.1.5 Je kunt benoemen hoe je onderdelen van een voorwerp met elkaar verbindt.
Slide 2 - Slide
H7: Materialen
§ 7.1 Materiaaleigenschappen
§ 7.2 Dichtheid
§ 7.3 Van grondstof tot product
§ 7.4 Afval en milieu
§ 7.5 Materialen kiezen
Slide 3 - Slide
Lesprogramma
Voorkennis opdrachten/huiswerk
Terugblik voorkennis
Leerdoelen
Instructie (uitleg)
Huiswerk
Nabespreking
Afsluiting
Slide 4 - Slide
Terugblik
Voorkennis filmpje nova
Slide 5 - Slide
Materiaaleigenschappen
Kleur
Gewicht
Hardheid
Brandbaarheid
Fase (vloeibaar, vast of gas)
Elektrische weerstand
Slide 6 - Slide
Wat is geleiding?
Stoffen geven warmte door: Geleiders
Stoffen die niet goed geleiden: Isolatoren
Slide 7 - Slide
Geleider
Een geleider is een stof die de warmte goed doorlaat
Ijzer is een geleider, de pan wordt heet
Alle metalen geleiden warmte goed
Welke metalen ken je?
Alle metalen zijn goede warmtegeleiders.
Slide 8 - Slide
Isolator
Een stof die de warmte slecht doorlaat
Het plastic handvat wordt (gelukkig) niet warm
Hout is bijvoorbeeld ook een isolator
Lucht is ook een goede warmte isolator.
Kleding die gemaakt is van materiaal waar veel lucht in zit.
Slide 9 - Slide
Elektrische geleiding
Elektrische geleidbaarheid gaat over hoe goed een stof stroom geleid.
Metalen zijn hier goed in, maar plastic laat geen stroom door.
Slide 10 - Slide
Geleiding geluid
Elk materiaal geeft geluid door.
Dat heet geluid geleiden.
Sommige materialen kunnen geluid dempen.
Dit betekent dat ze geluid minder goed doorgeven.
Vooral materialen met veel gaatjes, openingen en kanaaltjes kunnen geluid goed dempen. Voorbeelden zijn glaswol, steenwol, katoen, piepschuim en rubber.
Slide 11 - Slide
Uitzetten en krimpen van vaste stoffen:
1. Temperatuurstijging - uitzetten
molecuul gaat meer trillen, heeft meer ruimte nodig, volume
wordt groter
2. Temperatuurdaling - Krimpen moleculen gaan minder trillen, minder ruimte innemen, volume wordt kleiner
Slide 12 - Slide
Corrosie
Veel metalen worden aangetast door stoffen in de lucht. Die aantasting heet corrosie. IJzer reageert bijv. met zuurstof en water uit de lucht.
De roodbruine stof die bij deze reactie ontstaat, noem je roest.
Corrosie
Chemische reactie van een metaal met zuurstof en water.
Slide 13 - Slide
Wel beschermen tegen corrosie
Ijzer
Hoe?
verven, invetten, verzinken
Niet beschermen tegen corrosie
aluminium
zink
chroom
Hoe?
Ze vormen een oxide laagje dat hen beschermt
Slide 14 - Slide
Chemische reacties
Corrosie of roesten
Chemische reactie van ijzer
met zuurstof uit de lucht.
Corrosiebestendig maken door:
te verzinken
te verchromen of
te verven
Slide 15 - Slide
Hout is verspaanbaar
Materiaaleigenschap die aangeeft of je van een materiaal gemakkelijk stukjes kunt weghalen.
Slide 16 - Slide
Verspanen
enkele voorbeelden van verspanen zijn:
> zagen
> beitelen
> vijlen
> frezen
Slide 17 - Slide
Verbindingen
Lassen
Solderen
Spijkeren
Klinken
Lijmen
Schroeven
Nieten
Verbinden: aan elkaar vastmaken van twee stukken materiaal.
Slide 18 - Slide
Aan de slag!
Maak opdracht 1 t/m 12 van
paragraaf 7.1 materiaaleigenschappen
Slide 19 - Slide
Samenvatting
Alle metalen geleiden warmte en elektrische stroom goed.
Materialen die warmte en stroom goed geleiden noem je geleiders.
Bijna alle andere materialen geleiden warmte en stroom niet goed.
Materialen die warmte en stroom niet geleiden zijn isolatoren.
Elk materiaal geleidt geluid.
Materialen met veel gaatjes, openingen en kanaaltjes kunnen geluid dempen.
Materialen zetten uit als hun temperatuur stijgt.
Materialen krimpen als hun temperatuur daalt.
Bijna alle metalen verkleuren in de buitenlucht. Dit noem je corrosie.
Corrosie bij ijzer en staal noem je roesten.
Je kunt ijzer en staal beschermen tegen corrosie door ze te verven, te verchromen of te verzinken.
Als je van een materiaal gemakkelijk stukjes weg kunt halen, is zo’n materiaal gemakkelijk verspaanbaar.
Materialen kun je met elkaar verbinden door spijkeren, schroeven, lijmen, nieten, bouten en moeren, lassen en solderen.
Slide 20 - Slide
Afsluiting: we weten ....
Je kunt benoemen welke materialen warmte, elektriciteit en geluid goed geleiden en welke materialen niet.
Je kunt uitleggen waarom materialen uitzetten als hun temperatuur hoger wordt.
Je kunt beschrijven wat corrosie is.
Je kunt uitleggen wat verspanen is.
Je kunt benoemen hoe je onderdelen van een voorwerp met elkaar verbindt.
Slide 21 - Slide
7.2 Dichtheid
Startopdracht; Maak de woordenzoeker
Slide 22 - Slide
7.2 Dichtheid
7.2.1 Je kunt uitleggen wat de dichtheid van een materiaal is.
7.2.2 Je kunt de dichtheid gebruiken om uit te leggen of een materiaal zinkt, zweeft of drijft in een vloeistof.
7.2.3 Je kunt de dichtheid berekenen als je de massa en het volume weet.
7.2.4 Je kunt het volume berekenen als je de dichtheid en de massa weet.
7.2.5 Je kunt de massa berekenen als je de dichtheid en het volume weet.
Slide 23 - Slide
Dichtheid is massa in gram van 1 cm3
Grootheid is dichtheid
Eenheid is g/cm3
Slide 24 - Slide
Zinken, zweven & drijven
Slide 25 - Slide
Drijven, zinken en zweven
Dichtheid van water is 1 g/cm3
Dichtheid van blokje groter 1 g/cm3 --> Zinken
Dichtheid van blokje kleiner 1 g/cm3 --> Drijven
Dichtheid van blokje gelijk 1 g/cm3 --> Zweven
Slide 26 - Slide
Dichtheid
Dichtheid: geeft aan wat de stof
per volume weegt. (g/cm^3)
Slide 27 - Slide
Een blokje weegt 30 gram en heeft een volume van 20 cm3.