Mavo/havo 2 ontkenningen

De ontkenning
1 / 22
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

De ontkenning

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
1. Ik herken een ontkenning in het Frans.
2. Ik kan een Franse zin op 5 manieren ontkennend maken.

Slide 2 - Slide

Leerdoel 1
Ik herken een ontkenning in het Frans.

Slide 3 - Slide

Welke 2 woorden gaven ook alweer de ontkenning aan?

Slide 4 - Slide

Ne.....................pas
N'................. pas

Slide 5 - Slide

Il ne regarde pas la télé.
NE / N'
PAS
Persoonsvorm
(1e werkwoord in de zin)
Onderwerp
Rest van de zin

Slide 6 - Slide

In welke zin staat de ontkenning JUIST?
A
Il pas regarde n'un film.
B
Elle n'aime pas la viande.
C
Nous ne pas regardons un film.
D
Sophie déteste ne pas le français.

Slide 7 - Quiz

Nog twee voorbeelden...
Il veut acheter un jean. 
Il ne veut pas acheter un jean.

Elle a mangé un hamburger.
Elle n'a pas mangé un hamburger.



Slide 8 - Slide

Attention!
C'est possible.
Ce n'est pas possible.

Il y a une pharmacie.
Il n'y a pas de pharmacie.
C'est
Il y a

Slide 9 - Slide

In welke zin staat een ontkenning in het Frans?
A
Mon père a joué au foot.
B
Samuel ne parle pas français.
C
Tu pars en vacances?
D
Elles n'adorent pas les maths.

Slide 10 - Quiz

In welke zin staat de ontkenning JUIST?
A
On aime ne pas le foot.
B
Ne vous pas marchez dans la rue.
C
Je ne veux pas écouter cette chanson.
D
Paul ne pas cherche un livre.

Slide 11 - Quiz

Leerdoel 2
Ik kan een Franse zin op 5 manieren ontkennend maken.

Slide 12 - Slide

Verschillende ontkenningen
ne ... pas
niet (geen)
Je ne mange pas de viande.
Ik eet niet (geen) vlees.
ne ... plus
niet (geen) meer
Je ne mange plus de viande.
Ik eet niet (geen) vlees meer.
ne ... jamais
nooit
Je ne mange jamais de viande.
Ik eet nooit vlees.
ne ... rien
niets
Je ne mange rien.
Ik eet niets.
ne ... pas encore
nog niet
Je ne mange pas encore de viande.
Ik eet nog niet (geen) vlees.

Slide 13 - Slide

De zinsopbouw blijft hetzelfde!
NE / N'
PAS
PLUS
PAS ENCORE
JAMAIS
RIEN
Persoonsvorm
(1e werkwoord in de zin)
Onderwerp
Rest van de zin

Slide 14 - Slide

Voorbeelden
J'ai un chien. 
(niet meer) Je n'ai plus de chien.

Mes parents vont à la plage.
(nooit) Mes parents ne vont jamais à la plage.

Elle écrit.
(niets) Elle n'écrit rien.

Slide 15 - Slide

Welke ontkenning betekent "niet meer"?
A
ne...plus
B
ne...pas
C
ne...jamais
D
ne...rien

Slide 16 - Quiz

Vertaal: "Ik eet niets"
A
Je ne mange plus
B
Je ne mange pas
C
Je ne mange pas encore.
D
Je ne mange rien.

Slide 17 - Quiz

Welke ontkenning betekent "niet meer"?
A
ne...plus
B
ne...pas
C
ne...jamais
D
ne...rien

Slide 18 - Quiz

Vertaal: "Ik heb niets gegeten".
A
Je n'ai jamais mangé.
B
Je n'ai pas mangé.
C
Je n'ai pas encore mangé.
D
Je n'ai rien mangé.

Slide 19 - Quiz

Maak de volgende zin ontkennend met "nooit" > Nous allons au cinéma.

Slide 20 - Open question

Maak de volgende zin ontkennend met "nog niet" > Elle veut un lapin.

Slide 21 - Open question

Au travail!
Ga nu naar de site van Grande Lignes en ga vervolgens naar PLANNING
Dan zie je vervolgens Chapitre 5 Ontkenningen in de planning staan
Je maakt de oefeningen die daar staan en levert deze in!
Niet inleveren is uur in je vrije tijd werken volgende week maandag

Slide 22 - Slide