Onderdelen in de presentatie
- Dia 1: Vertel iets over de schrijver.
Dia 2: Vertel iets over de verhaallijn (korte samenvatting: in een paar zinnen vertel je waar het verhaal over gaat).
Dia 3 & 4: Vertel iets over de belangrijke personages: Wie is de hoofdpersoon? Wie zijn de (belangrijke) bijfiguren? Welke karaktereigenschappen hebben ze? Welke gedachten/ gevoelens heeft de hoofdpersoon?
Dia 5: Vanuit welk vertelperspectief is het geschreven? Geef een voorbeeld. Lees een citaat hardop voor waaruit dit blijkt. Je mag dit citaat in beeld brengen in een dia (Dit is dan de enige dia waarbij je tekst mag gebruiken).
Dia 6&7: Vertel over de belangrijke gebeurtenissen. Welke conflicten/dillema’s zijn er? Wat maakt de hoofdpersoon mee? Zijn er belemmeringen/tegenslagen?
Dia 8: Vertel iets over de belangrijkste locaties/ruimtes. Waarom is dit belangrijk voor het verhaal? Je kunt hier eventueel ook iets vertellen over de weersomstandigheden van het verhaal en hoe dit de sfeer beïnvloed in het verhaal. Je kunt zoeken naar plaatjes of je maakt een eigen tekening van een belangrijke ruimte in het verhaal.
Dia 9: Geef je mening! Wat vind je van het boek? Gebruik hiervoor beoordelingswoorden zoals spannend, leuk, grappig, verrassend etc. Je docent kan je een lijstje geven met voorbeelden van beoordelingswoorden waar je uit kunt kiezen.
- Omslag / afbeelding van het boek waarbij je algemene info over het boek vertelt
- Korte info over de auteur
- Geef een samenvatting (2 dia's --> 1 minuut)
- Leg de titel uit
- Bij wie ligt het perspectief?
- Wie zijn de belangrijkste personages?
- Hoeveel tijd verloopt er in het boek? In welke tijd speelt het zich af?
- Wat is de belangrijkste ruimte van het boek (waar speelt het zich af)?
- Geef je mening en onderbouw deze
- Eventuele extra's (2 dia's)