Hoe?Alleen + zonder te praten + zonder bij een ander te kijken.
Houd je bordje pas omhoog als de docent het zegt.
Opdracht: Welke van de onderstaande stellingen zijn juist? Kies alle juiste antwoorden.
A) In de zee zit heel veel water, maar dat water is zout en kun je niet drinken.
B) Het meeste water op aarde is zoet water.
C) In rivieren en meren zit zoet water dat je kunt drinken.
D) Bijna al het zoete water op aarde is makkelijk beschikbaar als drinkwater.
E) Het grootste deel van het zoete water op aarde zit in ijs of sneeuw.