V2J 22-04-2021 V2 CH5H

V2J - français - 22-04-2021

Le saviez-vous?


1 / 20
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

V2J - français - 22-04-2021

Le saviez-vous?


Slide 1 - Slide

Doelen vorige les

  • ... kun je een artikel over gezondheidszorg in het buitenland begrijpen.

  • ... ken je woorden die te maken hebben met gezondheid en lichaamsdelen.

Slide 2 - Slide

À la fin du cours...

  • ... weet je hoe je op 2 manieren een vraag kan stellen in het Frans.

  • ... ken je Franse vraagwoorden.

  • ... weet je hoe je een vraag kunt stellen met vraagwoorden in het Frans.

Slide 3 - Slide

Devoirs pour le 23-04-2021


  • Faire: exercices 30 + 31 (Chapitre 5 H)

  • Apprendre: een vraag stellen
    zinnen "parler de sa santé" (!)

Slide 4 - Slide

Le programme

  • Poser une question - wat weet je al?

  • Explication

  • Travailler

Slide 5 - Slide

Hoe maak je in het Nederlands een vraagzin van een normale zin?
Voorbeeld: Hij spreekt goed Frans.

Slide 6 - Open question

Wat is de makkelijkste manier om in het Frans een vraagzin te maken?

Slide 7 - Open question

Vraagwoorden in het Nederlands

Slide 8 - Mind map

Wat weet je al? - vraagwoorden

Tu habites où?
C'est quand ton anniversaire?
Comment tu t'appelles?
Tu as combien de frères?
Pourquoi tu es végétarien?
Qui est ton meilleur ami?
Qu'est-ce que tu manges?

Slide 9 - Slide

Le programme

  • Poser une question - wat weet je al? 

  • Explication 

  • Travailler

Slide 10 - Slide

Explication - poser une question

1. Gewone zin + vraagteken en intonatie
Il est français.
Il est français?

2. Est-ce que + gewone zin
Est-ce qu'il est français?

Slide 11 - Slide

Explication - vraagwoorden

où  waar                              pourquoi waarom
quand  wanneer                                    qui wie
comment  hoe                      qu'est-ce que wat
combien  hoeveel                                                

niet altijd zelfde plek in de zin
vraagwoord + est-ce que + gewone zin




Slide 12 - Slide

Le programme

  • Poser une question - wat weet je al?


  • Explication


  • Travailler

Slide 13 - Slide

Travailler
  • Faire: exercices 30 (Chapitre 5 H)
    -> moet af zijn deze les

  • Fini? Faire: exercice 31

Apprendre (zie Magister): een vraag stellen
zinnen "parler de sa santé" (!)

Slide 14 - Slide

À la fin du cours...

  • ... weet je hoe je op 2 manieren een vraag kan stellen in het Frans. 

  • ... ken je de Franse vraagwoorden.

  • ... weet je hoe je een vraag kunt stellen met vraagwoorden in het Frans.

Slide 15 - Slide

Op welke 2 manieren kun je een vraag stellen in het Frans (zonder vraagwoord)?

Slide 16 - Open question

Welke vragen zijn correct?
A
Parles tu français?
B
Tu parles français?
C
Qu'est-ce que tu parles français?
D
Est-ce que tu parles français?

Slide 17 - Quiz

Wat betekent "comment"?
A
waar
B
hoeveel
C
hoe
D
waarom

Slide 18 - Quiz

Wat betekent "pourquoi"?
A
wie
B
waarom
C
wanneer
D
wat

Slide 19 - Quiz

Welke vraag is correct?
A
Est-ce que où tu habites?
B
Est-ce que tu habites où?
C
Où est-ce que tu habites?
D
Où tu habites est-ce que?

Slide 20 - Quiz