Spelling - Contractbundel K7 p. 6

Spelling
Contractbundel kern 7



Pagina 6 (oefeningen 7 en 8)



Juf Tamara
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsLager onderwijs

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Spelling
Contractbundel kern 7



Pagina 6 (oefeningen 7 en 8)



Juf Tamara

Slide 1 - Slide

Enkele afspraken:

1. Schrijf met potlood.
2. Hou je werkboek netjes.
3. Verzorg je handschrift.
4. Verbeter met groen.

Slide 2 - Slide

Wat zal je doen tijdens deze les? 

1. Herhalen voorvoegsels en achtervoegsels.
2. Oefeningen maken in de werkbundel.
3. Oefeningen verbeteren.

Slide 3 - Slide

Even herhalen...

Slide 4 - Slide

Voorvoegsel
Een voorvoegsel kleven we voor het grondwoord om een nieuw woord te bekomen. 




Bijvoorbeeld: 
ont + dooien = ontdooien



Slide 5 - Slide

Achtervoegsel
Een achtervoegsel kleven we achter het grondwoord om een nieuw woord te bekomen.
Bijvoorbeeld: 
zaag + sel = zaagsel 

Slide 6 - Slide

Kies het juiste achtervoegsel.

vriend ...
A
baar
B
sel
C
ig
D
schap

Slide 7 - Quiz

Kies het juiste voorvoegsel.

... spreken
A
be
B
ver
C
ont
D
over

Slide 8 - Quiz

Kies het juiste achtervoegsel.

doop ...
A
loos
B
schap
C
sel
D
achtig

Slide 9 - Quiz

Kies het juiste voorvoegsel.

... plaatsen
A
ont
B
be
C
over
D
ver

Slide 10 - Quiz




Leg de contractbundel van kijker 7 open op pagina 6. 

Slide 11 - Slide

Oefening 7
Extra informatie
In de gekleurde kaders noteer je telkens het bijpassende voorvoegsel of achtervoegsel.
Let op! Het voorvoegsel of het achtervoegsel moet passen bij alle woorden die naast de kader staan.

Slide 12 - Slide

Oefening 8
Schrijf de woorden in de oranje kader op een passende manier in de zinnetjes. 

Voorbeeldoefening: 

zelfstandig naamwoord: glas 

Glas omvormen naar een stoffelijk bijvoegelijk naamwoord:

De toekomst proberen te voorspellen = in een glazen bol kijken. 

Slide 13 - Slide

Maak nu zelfstandig oefeningen 7 en 8 op pagina 6 in je contractbundel.


START!

Slide 14 - Slide

Ik vond deze les ...
A
moeilijk
B
makkelijk
C
leuk
D
niet leuk

Slide 15 - Quiz

Noteer hier waarom je deze les moeilijk / makkelijk vond.

Slide 16 - Open question

Voeg hier een foto toe van je werkboek.

Slide 17 - Open question