Les comparaisons (GL 3 VWO chap 6)

Les comparaisons 3 VWO
"Ik ben intelligenter dan Obélix"
"Ik ben sterker dan Astérix"
1 / 37
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Les comparaisons 3 VWO
"Ik ben intelligenter dan Obélix"
"Ik ben sterker dan Astérix"

Slide 1 - Slide

Na deze les kun je...
  • ... het bijvoeglijk naamwoord aanpassen qua vorm en plaats in de zin (herhaling)
  • ... vergelijkingen maken met aussi que, moins que en plus que

Slide 2 - Slide

L'adjectif


Nu eerst de herhaling 
van de vorm en de plaats 
van het bijvoeglijk naamwoord

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Vertaal:
het zwarte haar
A
les cheveux noires
B
les cheveux noirs
C
les noires cheveux
D
les noirs cheveux

Slide 10 - Quiz

Vertaal:
het grote meisje
A
la grand fille
B
la fille grande
C
la grande fille
D
la fille grand

Slide 11 - Quiz

Vertaal:
de oude vrouw
A
la femme vieux
B
la femme vieille
C
la vieilles femmes
D
la vieille femme

Slide 12 - Quiz

Vertaal:
het goede cijfer
A
la bonne note
B
la bon note
C
la note bonne
D
la bonnes note

Slide 13 - Quiz

Vertaal:
de interessante film (m)

Slide 14 - Open question

Vertaal:
de jonge man

Slide 15 - Open question

Vertaal:
de goede auto's

Slide 16 - Open question

On va faire des comparaisons!
We gaan vergelijken!

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

1
2
3
1
2
3
1
1
2
3
2
3

Slide 19 - Slide

Onregelmatig: goed --> beter

Slide 20 - Slide

Vertaal:
Die kat is kleiner dan een hond

A
Ce chat est plus petit qu'un chien
B
Ce chat est plus petite qu'un chien
C
Ce chat est aussi petit qu'un chien
D
Ce chat est moins petit qu'un chien

Slide 21 - Quiz

Vertaal:
Dat boek is beter dan de film
A
Ce livre est plus meilleur que le film
B
Ce livre est meilleur que le film
C
Ce livre est aussi meilleur que le film
D
Ce livre est moins meilleure que le film

Slide 22 - Quiz

Vertaal:
De jurk is even duur als de rok
A
La robe est plus cher que la jupe
B
La robe est moins chère que la jupe
C
La robe est aussi cher que la jupe
D
La robe est aussi chère que la jupe

Slide 23 - Quiz

Vertaal de woorden tussen (...):
Le Sacré Coeur est (minder oud dan) Notre Dame

Slide 24 - Open question

Vertaal de woorden tussen (...):

Le toboggan est (even hoog als) l'immeuble?

Slide 25 - Open question

Vertaal de woorden tussen (...):
La ville de Paris est (mooier dan) Berlin?

Slide 26 - Open question

Faites une phrase!
Maak een zin waarin je de twee afbeeldingen 
op de volgende dia vergelijkt.
Schrijf de zin eerst op een blaadje en vul hem daarna in.

Slide 27 - Slide

Emmanuel Macron
Donald Trump

Slide 28 - Slide

Schrijf een zin waarin je de twee presidenten vergelijkt

Slide 29 - Open question

Schrijf hier een zin waarin je jezelf vergelijkt met een klasgenoot!

Slide 30 - Open question

Le superlatif
De overtreffende trap

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video

Vertaal:
het is het langste verhaal
A
C'est la plus longue histoire
B
C'est l'histoire la plus longue

Slide 33 - Quiz

Vertaal:
het is de interessantste film
A
C'est le plus intéressant film
B
C'est le film le plus intéressant

Slide 34 - Quiz

Vertaal:
het is het mooiste huis
A
C'est la meilleure maison
B
C'est la plus bonne maison
C
C'est la plus belle maison
D
C'est la maison la plus belle

Slide 35 - Quiz

Vertaal:
Hij is de beste leraar
A
Il est le prof le plus bon
B
Il est le plus beau prof
C
Il est le prof meilleur
D
Il est le meilleur prof

Slide 36 - Quiz

Voilà, c'est tout.
Schrijf tot slot hieronder
wat je deze les hebt geleerd. Merci!

Slide 37 - Open question