This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 100 min
Items in this lesson
Ik toets/evalueer omdat...
Slide 1 - Mind map
Welke functie van toetsing zou je als docent moeten voorkomen?
A
Cijfergeving
B
Disciplineren
C
Diagnose
D
Certificering
Slide 2 - Quiz
Film: toetsing is meer dan alleen een cijfer
Lees kort de informatie over functies van toetsing in de reader nog een keer door. (3 minuten)
Bekijk de film: welke functies van toetsing worden naar jou idee genoemd?
timer
3:00
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Welke functies van toetsing komen in de film terug?
A
Terugkoppeling / feedback
B
Ontwikkeling van ‘leren leren’
C
Zichtbaar maken van vooruitgang / leerwinst
D
High-Stake en Low-Stake
Slide 5 - Quiz
Welke toetsvorm is een voorbeeld voor een high-stake toets?
A
Een woordjes-so in de loop van een periode.
B
Een proefwerk aan het einde van een hoofdstuk.
C
Het centraal schriftelijk examen.
D
Een diagnostische toets.
Slide 6 - Quiz
Welke toetsvorm is een voorbeeld voor een low-stake toets?
A
Een mondeling tussendoor.
B
Een proefwerk dat meetelt voor de overgang.
C
Een schrijfdossier waarop leerlingen feedback krijgen.
D
Een presentatie als go/no go voor een tentamen.
Slide 7 - Quiz
Welke van de functies van toetsing en evaluatie vind je zelf het belangrijkst?
Slide 8 - Open question
Welke van de functies van toetsing zijn voor de leerling het belangrijkst, denk je?
Slide 9 - Open question
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Reader bladzijde 14 huiswerkopdrachten 1 t/m 5
Slide 19 - Slide
Stel op een bepaalde school wordt in een bepaalde klas een gespreksvaardigheidscijfer gegeven op grond van een aantal schriftelijke overhoringen van woorden, praktische uitdrukkingen en zinnetjes (waarbij de spelfouten niet werden aangerekend) plus een uitspraaktoets in de vorm van het voorlezen van een geschreven tekst plus een mondelinge overhoring van enkele eerder geoefende geleide gesprekjes;
A
valide
B
niet valide
Slide 20 - Quiz
Stel, op een bepaalde school wordt in een bepaalde klas: een schrijfvaardigheidscijfer gegeven op grond van een aantal schriftelijke overhoringen van woorden (waarvan vertalingen in de doeltaal gevraagd werden) plus een aantal vertalingen van zinnen in de doeltaal
A
valide
B
niet valide
Slide 21 - Quiz
Stel op een bepaalde school wordt aan een bepaalde klas een grammaticacijfer gegeven op grond van een aantal schriftelijke invulzinnen
A
valide
B
niet valide
Slide 22 - Quiz
Lees reader bladzijde 15 en 16
Geef een definitie van formatieve en van summatieve toetsing. Geef per vorm twee voorbeelden (10 minuten)