Schildklier en stoornissen aan de schildklier

Schildklier
Produceert het schildklierhormoon

Beïnvloedt de stofwisseling, groei en ontwikkeling
(verbranding in cellen)
1 / 27
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Schildklier
Produceert het schildklierhormoon

Beïnvloedt de stofwisseling, groei en ontwikkeling
(verbranding in cellen)

Slide 1 - Slide



De schildklier
de schildklier
Maakt het schildklierhormoon.
  • Regelt de stofwisseling: stimuleert de verbranding in de cellen.

Slide 2 - Slide

Lesdoelen: 
Je kunt vertellen:
  • Waar ligt de schildklier en de bijschildklieren
  • Wat is de functie van de schildklier en de bijschildklieren
  • Wat is er aan de hand bij een hypo- hyper thyreoïdie
  • Welke behandelingen zijn er voor schildklieraandoeningen.

Slide 3 - Slide

Tongbeen
Luchtpijp
Strottenhoofd
Schildklier
Strotklepje

Slide 4 - Drag question

4

Slide 5 - Video

00:32
Zojuist zijn de namen 'trachea' en 'larynx' genoemd. Wat zijn de Nederlandse namen voor deze structuren?

Slide 6 - Open question

01:10
Welk hormoon dat door de schildklier gemaakt wordt heeft invloed op de calcium- en fosfaatstofwisseling?
A
TSH
B
Calcitonine
C
T3
D
T4

Slide 7 - Quiz

01:42
Welke twee andere hormonen (dus niet calcitonine) maakt de schildklier?

Slide 8 - Open question

02:07
x
x
x
x
x
x
x
T3 + T4
TRH
TSH
Hypofyse
Hypothalamus
Schildklier
Negatieve terugkoppeling

Slide 9 - Drag question

0

Slide 10 - Video

Werking schildklier
de schildklierhormonen (T3 & T4) zijn van invloed op de stofwisseling van (vrijwel) alle lichaamscellen en lichaamsweefsels.

Slide 11 - Slide

Deze schildklierhormonen zijn onmisbaar voor de volgende lichamelijke functies en eigenschappen:
Celstofwisseling
Voedselverwerking (spijsvertering)
Hartslag & zuurstofcirculatie
Lichamelijke groei & ontwikkeling
Instandhouding & uitbreiding van zenuwstelsel
Temperatuur (indirecte thermostaat-functie)
Vetverbranding
Spierspanning & werking van gewrichten
Vochthuishouding
Psyche & hersenactiviteit

Slide 12 - Slide

Als er voldoende (niet te veel & niet te weinig) schildklierhormonen in het bloed zitten, dan spreken we van “euthyreoïdie”…

Slide 13 - Slide

Hypofyse
Dit is een orgaantje dat ligt in de tussen hersenen.
Het heeft de grootte van een erwt.
De hypofyse bestaat uit een voorkwab en een achterkwab.
De hypofyse is door middel een steeltje verbonden met de hypothalamus. (deze ligt in de hersenstam).

Slide 14 - Slide

Terugkoppelingssysteem
De hypothalamus is de grote regelaar. Hij geeft de hypofyse opdracht om meer of minder hormonen te produceren. Het hormoonstelsel en het zenuwstelsel werken nauwkeurig met elkaar samen.

Slide 15 - Slide

Regulatie van de hormonen

Slide 16 - Slide

TSH – thyroïd stimulerend hormoon. Dit hormoon zet de schildklier aan tot de productie van: 
Thyroxine. (T3 en T4) Dit hormoon heeft invloed op alle cellen in het lichaam. Met als doel: het regelen van de stofwisseling. Thyroxine verhoogt de verbranding in de cellen.

Calcitonine. Dit hormoon verlaagt het calciumgehalte in het bloed. Calcium is nodig voor de opbouw van botten en tanden en bij overdracht van zenuwprikkels en spiercontracties en bloedstolling

Slide 17 - Slide

Invloed van TSH op de bijschildklieren
De bijschildklieren worden door de produktie van TSH aangezet tot de produktie van het parathormoon. Dit hormoon heeft ook invloed op de calciumbalans. Het verhoogt het calciumgehalte in het bloed.
Calcitonine en parathormoon zijn antagonisten van elkaar. Dat wil zeggen dat wanneer het calciumgehalte in het bloed te hoog wordt, er meer calcitonine gemaakt zal worden. Wanneer het weer te laag wordt, zal er meer parathormoon gemaakt worden. 

Slide 18 - Slide

Hyperthyreoïdie: schildklier produceert te veel hormonen
Symptomen van een verhoogde stofwisseling:
  • vermagering ondanks goede eetlust
  •  snelle pols
  •  transpireren
  •  diarree
  •  onrust
  •  menstruatiestoornissen

Slide 19 - Slide

Behandeling hyperthyreoïdie
Thyreostatica
 Schildklierremmers > schildklier geeft minder hormoon af.

Radioactief jodium
De straling die het radioactief jodium in de schildklier uitzendt, remt de groei van de schildkliercellen waardoor ook de productie van het schildklierhormoon vermindert

Thyreoïdectomie
 Wegnemen van schildklier bij abnormale werking of struma



Slide 20 - Slide

Ziekte van Graves (ziekte van Basedov) 

De schildklier produceert teveel schildklier hormoon.
Auto immuun ziekte.
De schildklier is diffuus vergroot (diffuus struma).
Uitpuilende ogen.

Slide 21 - Slide

Behandeling ziekte van Graves
  • De schildklier medicamenteus te blokkeren met Strumazol.
Hierbij moet dan vaak wel schildklierhormoon (levothyroxine)) worden bijgegeven omdat er anders een tekort ontstaat. Na een tijd (b.v. 1 jaar) kan de behandeling worden gestaakt om te zien of er weer een normale schildklierwerking ontstaat.
  • Als de ziekte van Graves terugkomt, wordt er in principe overgegaan tot definitieve therapie in de zin van behandeling d.m.v. toediening van radioactief jodium. Er is wel kans op het ontstaan van een hypothereoïdie
  • Als alternatief bestaat er een operatieve behandeling.

Slide 22 - Slide

Hypothyreoïdie: schildklier produceert te weinig hormonen

Symptomen van een verlaagde stofwisselingsactiviteit:
  • Gewichtstoename
  • trage pols
  • kouwelijkheid
  • obstipatie
  • verminderde activiteit
  • menstruatiestoornissen

Slide 23 - Slide

De ziekte van Hashimoto
Dit is een ziekte van de schildklier, waarbij ons eigen afweersysteem zich richt tegen schildkliercellen, waardoor deze cellen kapot gaan en de schildklier geleidelijk langzamer gaat werken en steeds minder schildklierhormoon maakt.
 Er ontstaat dan hypothyreoïdie ofwel een te traag werkende schildklier.

Slide 24 - Slide

Vervolg Hashimoto
De oorzaak is een auto immuun ziekte.
Klachten ontstaan geleidelijk.
Oorzaak auto immuun ziekte?
De ziekte van Hashimoto is een veel voorkomende ziekte, die vooral volwassen vrouwen treft. 
Behandeling: schilklierhormomen

Slide 25 - Slide

Struma
een vergroting/vormverandering van de schildklier:
  • Diffuus
  • Nodulair (knobbelvormig)
  • Solitaire(één) knobbel
En schildkliervergroting of vormverandering hoeft niet samen te gaan met een toename van de functie. Bij een schildkliervergroting kan de functie ook normaal of juist verminderd zijn.

Slide 26 - Slide

Weet jij nu:
  • Waar de schildklier en de bijschildklieren liggen?
  • Wat de functie is van de schildklier en de bijschildklieren?
  • Wat er aan de hand is bij een hypo- of hyperthyroidie?
  • Welke behandelingen er zijn?

Slide 27 - Slide