tussenletters in samenstellingen

Welkom havo 2
* 10 minuten lezen 
* Huiswerk bespreken § 4
* Tussenletters in samenstellingen § 5
* Opdrachten maken §5
* Wat heb je geleerd?
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Welkom havo 2
* 10 minuten lezen 
* Huiswerk bespreken § 4
* Tussenletters in samenstellingen § 5
* Opdrachten maken §5
* Wat heb je geleerd?

Slide 1 - Slide

Koppelteken en weglatingsstreepje


Wanneer schrijf je twee woorden aan elkaar of los? Wanneer gebruikt je een streepje?

Slide 2 - Slide

Los of aan elkaar schrijven?
Leg het verschil in betekenis uit op de volgende dia

Slide 3 - Slide

Wat bedoel je als je het zo schrijft en wat zouden ze willen schrijven? 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Huiswerk nakijken
Bladzijde 254
Opdracht 1,2,3,4 en 6

Slide 7 - Slide

Opdracht 1

1 Zuid-Duitsland is een aardrijkskundige naam.
2 Kant-en-klaar is een samenkoppeling.
3 De uitspraak levert geen problemen op en het gaat niet om gelijkwaardige woorden.
4 Hotel en restaurant zijn twee gelijkwaardige woorden.

Slide 8 - Slide

Opdracht 2
a diploma-uitreiking
b hockeyelftal
c koffieautomaat
d massaontslag
e mee-eter
f milieu-inspectie
g rijervaring
h tosti-ijzer

Slide 9 - Slide

Opdracht 3
a @-teken
b antiroker
c ex-aanvoerder
d Frans-Duits
e intakegesprek
f niet-Nederlander
g sint-bernardshond
h vwo-diploma

Slide 10 - Slide

Opdracht 4
a tijdelijke en vaste banen
b aan- en uitknop
c dameshoeden en -jassen
d voor- en nadelen
e carnavalsfeesten en -optochten
f witte en bruine beren

Slide 11 - Slide

Opdracht 6
1 zin b
2 In zin a zijn de glazen rood en in zin b gaat het om glazen waarin je rode wijn doet.
3 zin c
4 In zin c is de verfpot zwart en in zin d gaat het om een pot waarin zwarte verf zit.

Slide 12 - Slide

Samenstellingen, nu verder....


Wanneer gebruik je een tussenletter?
Soms gebruik je een 's', soms een 'e', soms 'en' en soms helemaal niks.

Slide 13 - Slide

Tussenletters bij samenstellingen

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

seconde + wijzer =
A
secondenwijzer
B
secondewijzer

Slide 17 - Quiz

rogge + brood =
A
roggenbrood
B
roggebrood

Slide 18 - Quiz

spin + web=
A
spinnenweb
B
spinneweb

Slide 19 - Quiz

dronken + lap =
A
dronkenlap
B
dronkelap

Slide 20 - Quiz

en nu zelf

- Maak opdracht 1 t/m 4 blz. 256;

- Leer de regels uit je hoofd.


Slide 21 - Slide

Wat heb je geleerd?
- Je weet wanneer je een 's'  moet toevoegen aan een samenstelling.
- Je weet wanneer je een 'e' schrijft in een samenstelling.
- Je weet wanneer je 'en' schrijft in een samenstelling.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide