1. Quel est le sujet de ce chapitre? Praten over (zak)geld en bijbaantjes.
Luisteropdracht F : Julien en zijn oma en de zonnebril
Leestekst H: kledingstijlen
2. Quels sont les buts? Vormen en materialen. Het meewerkend voorwerp. Venir
* De voltooid verleden tijd herkennen (passé composé).
* Welke twee hulpwerkwoorden gebruik je voor het vormen van een p.c. (passé composé)?
* Wat zijn de 3 verschillende uitgangen bij het voltooid deelwoord van de regelmatige werkwoorden eindigend op: -er -ir en -re?
* Hoe ziet het voltooid deelwoord eruit bij de onregelmatige werkwoorden?