16 - 2 -2021 - 2 TL - Wiederholung (klassikaal)

Wiederholung
1 / 41
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wiederholung

Slide 1 - Slide

Modalverben
V3
Üben mit

Slide 2 - Slide

Wat zijn Modalverben?
 Dit zijn werkwoorden die in een zin aangeven met welk gevoel iets gebeurt. 
In het Duits zijn dit de woorden dürfen, können, mögen, müssen, sollen, wollen en wissen. 

Slide 3 - Slide

Gebruik blz. 177 uit je werkboek bij de volgende opdrachten.

Slide 4 - Slide

Vervoegen Modalverben
  1. meervoud vervoeg je zoals altijd.
2 enkelvoud de eerste en derde krijgen geen uitgang
3 de tweede letter in de enkelvoud verandert 

Slide 5 - Slide

Wat betekent dürfen ?

Slide 6 - Open question

Wat betekent können ?

Slide 7 - Open question

Wat betekent mögen ?

Slide 8 - Open question

Wat betekent möchten ?

Slide 9 - Open question

Er zijn drie regels om de modale werkwoorden goed te vervoegen.
Twee regels voor enkelvoud en een regel voor meervoud.
Welke?

Slide 10 - Open question

De tweede letter verandert zich naar welke letter?

dürfen, können, mögen
Dure konijnen mogen aaien
A
i
B
u
C
e
D
a

Slide 11 - Quiz

De tweede letter van het werkwoord müssen verandert zich ook.

Naar welke?
Mus uitlaten
A
a
B
u
C
i
D
e

Slide 12 - Quiz

Opdracht
Zoek de goede vorm

Slide 13 - Slide

Warum ...... (können) du morgen nicht kommen?
A
könnst
B
kanst
C
kannst
D
kan

Slide 14 - Quiz

Wie lange ....... (dürfen) ihr bleiben?
A
darf
B
darft
C
dürft
D
dürftet

Slide 15 - Quiz

Weißt du, ob er Spinat ....... (mögen).
A
mag
B
magt
C
mög
D
mögt

Slide 16 - Quiz

Herr Lehrer, das ...... (können) Sie doch nicht machen.
A
kannen
B
können
C
konnen
D
könnt

Slide 17 - Quiz

Er ....... (dürfen) bis 12 Uhr ausgehen.
A
darf
B
darft
C
dürft
D
dürf

Slide 18 - Quiz

Ich will etwas für euch kaufen. ...... (mögen) ihr Gummibärchen?
A
magt
B
mögt
C
mögen
D
mag

Slide 19 - Quiz

regels bij Vervoegen Modalverben
  1. meervoud vervoeg je zoals altijd.
2 enkelvoud: de eerste en derde krijgen geen uitgang
3 de tweede letter in de enkelvoud verandert 

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Opdracht 
Vervoeg het modale werkwoord in combinatie met het juiste persoonlijk voornaamwoord

Slide 22 - Slide

Kannst du schwimmen? Ja, ........... ..........
gut schwimmen

Slide 23 - Open question

Kann ich kommen?
Diese Woche ................... ..... leider nicht kommen.

Slide 24 - Open question

Was mögen Sie am liebsten? Eis .......... .............
am liebsten, aber ohne Sahne

Slide 25 - Open question

Darf ich nach Hause? Nein, ......... .............
noch nicht nach Hause.
Die Arbeit ist noch nicht fertig

Slide 26 - Open question

Können wir helfen? Nein, hiermit ................. .............
nicht helfen. Danke.

Slide 27 - Open question

Modalverben 

sleep-opdracht 2
l

Zet elk werkwoord op de juiste plek

Slide 28 - Slide

Ich ........... um 22 Uhr zu Hause sein.
Nein, Ich .................. noch nicht in die Disko gehen.
Ich ................ sehr gut schwimmen
Ich ............. Eis
darf
muss
kann
mag

Slide 29 - Drag question

Opdracht
Zet elk werkwoord op de juiste plek

Slide 30 - Slide

ich
du
er sie es
wir
ihr
sie Sie
möchtest
möchte
möchten
möchte
möcht
möchten
möchtet
möchte

Slide 31 - Drag question

Opdracht 3
Corrigeer de fouten

Slide 32 - Slide

Ihr darft euere Bücher nicht vergessen.

Slide 33 - Open question

Ich kanne morgen leider nicht mitgehen.

Slide 34 - Open question

Musst ihr unbedingt in die Stadt gehen?

Slide 35 - Open question

Und ihr, was für Eis magt ihr?


Slide 36 - Open question

Vertaal de volgende zin in het Duits
'graag zouden willen'

Slide 37 - Open question

Op de volgende dia vind je een link naar een oefening met Modale werkwoorden.

Maak de test en noteer jouw score in de chat van de MEET.

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Link


noteer jouw score in de chat van de MEET.

Slide 40 - Slide

Maak van thema ALLTAG de oefeningen van 27 jan. (zie SomToday)

Slide 41 - Slide