Intervisie periode 7- les 8

Intervisie periode 7
1 / 36
next
Slide 1: Slide
IntervisieMBOStudiejaar 3

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Intervisie periode 7

Slide 1 - Slide

Les 8- Hoe zet jij je kernkwaliteiten in?

Slide 2 - Slide

Lesplanning
  • Voorkennis activeren
  • Uitleg stappenplan werken met kwaliteitenkwadrant
  • Opdracht les 8 (huiswerk)
  • Les afsluiting
  • Eindverslag en alle opdrachten bespreken

Slide 3 - Slide

Hoe goed ben jij op de hoogte van je kwaliteiten en valkuilen?
Heel slecht
Slecht
Gaat redelijk
Goed
Ik ken mezelf door en door

Slide 4 - Poll

Aan de slag met het kwaliteiten kwadrant
Jullie zijn nu op de hoogte van het kwaliteitenkwadrant en hebben hier mee geoefend. Maar hoe kun je het kwaliteitenkwadrant nu inzetten om een betere OA'er of leerkracht te worden?


Slide 5 - Slide

Stappenplan
Stap 1. Informatie verzamelen over jezelf
Stap 2. Kwadrant invullen met de informatie
Stap 3. Doelen stellen 
Stap 4.  Evalueren proces

Slide 6 - Slide

Stap 1. Informatie over jezelf verzamelen
Hoe?
  • Feedback vragen aan collega's en kinderen 
  • Evalueren en reflecteren van en op je eigen werk
  • Kritisch naar jezelf kijken (reflectie)
  • Filmmateriaal van jezelf maken


Slide 7 - Slide

Hoe moest feedback geven en ontvangen ook al weer niet...

Slide 8 - Slide

0

Slide 9 - Video

Wat vond jij de ergste of gekste feedback die je ooit hebt gekregen

Slide 10 - Open question

Zo moet het wel!

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Op welke eigenschap krijg jij
vaak feedback?

Slide 13 - Mind map

Stap 2. Het invullen van het kwadrant
Bij positieve feedback start je bij je kwaliteit, daarna vul je de andere 3 vakken in.

Bij opbouwende feedback start je bij je valkuil, daarna vul je de andere 3 vakken in.

Slide 14 - Slide

Stap 3. Doelen stellen
Nu je meer informatie hebt over jezelf ga je bedenken hoe je aan jezelf wilt gaan werken. 
Bedenk aan welke eigenschap je wilt werken en maak een SMART-doel.

Slide 15 - Slide

Stap 4. Evalueren proces
Stap 1 t/m 3 doorlopen?
Dan is het het tijd om te evalueren. Wat ging goed en wat kan beter?
Doel bereikt? Heel goed! 
Zo niet, blijven oefenen, niet alles lukt in één keer!

Slide 16 - Slide

Waarom is werken aan je
kwaliteiten en
valkuilen belangrijk in je
professionele baan?

Slide 17 - Mind map

Voordelen van werken met kwaliteiten en valkuilen
1. Beter beeld van jezelf zorgt dat je beter bent in je werk en meer plezier ervaart
2. Goed voor je zelfbeeld en zelfvertrouwen
3. Je bent in staat je valkuilen snel op te sporen en te herkennen
4. Je bent een goed voorbeeld voor de kinderen waar je mee werkt
5. Je wordt er een betere OA'er/ leerkracht en collega van

Slide 18 - Slide

Opdracht les 8 (huiswerk)
Bedenk  3x een interactieve en leuke manier om feedback over jouw functioneren te vragen aan basisschoolkinderen.
Zet bij elke manier voor welke leeftijd/doelgroep deze manier het meest geschikt is.
Beschrijf ook kort hoe je te werk zou gaan.
(Let op! Je hoeft deze opdracht niet uit te voeren op stage, maar het mag natuurlijk wel!)

Slide 19 - Slide

Lesafsluiting
Plak je aantekeningen van de les van vandaag samen met de opdracht in je eindverslag.




Slide 20 - Slide

Overzicht opdrachten P7

Slide 21 - Slide

Opdracht les 1
1. Pak de profielschets van de ideale leerkracht erbij die je met jouw groepje hebt gemaakt.
2. Zoek op internet drie vacatures van een OA' er, basisschoolleerkracht of middelbareschooldocent. 
3. Komen de punten van de profielschets overeen of is er een groot verschil? Vul de profielschets aan met de punten die je in de vacatures hebt gevonden. Bewaar dit document voor jouw eindverslag

Slide 22 - Slide

Opdracht les 2
We gaan inzoomen op de kwaliteiten en valkuilen van jouw stagebegeleider.
  1. Haal de werkwijze van je oude stagebegeleider voor de geest. Denk hierbij aan: omgang met kinderen, didactiek, voorbereiding, communicatie, jou begeleiden enz.
  2. Beschrijf drie valkuilen en beschrijf per valkuil een voorbeeld
  3. Beschrijf vijf kwaliteiten en beschrijf per kwaliteit een voorbeeld
  4. Zorg dat je alles netjes opschrijft en bewaart voor je eindverslag
  5. Beschrijf de overeenkomsten/verschillen/bijzonderheden besproken in jouw groepje

Slide 23 - Slide

Opdracht les 4
  1.  Met wie heb je veel moeite (denk breed).
  2.  Beschrijf het gedrag van de ander waar jij je aan stoort.
  3.  Met welke kwaliteit van de ander heeft dit te maken?
  4.  Beschrijf waar deze persoon zich bij jou aan zal ergeren.
  5.  Welke kwaliteit van jou staat hier tegenover?
  6.  Zie je een mogelijkheid om met deze persoon in gesprek te gaan over kwaliteiten en valkuilen?
  7.  Wat is voor jou en voor de ander een uitdaging?

Slide 24 - Slide

Opdrachten les 5
Stap 1: Bekijk de lijst met kwaliteiten.
Zoek 4 kwaliteiten uit die jij het beste bij jezelf vindt passen. Denk hier goed over na en probeer een voorbeeld te bedenken waaruit blijkt dat jij deze kwaliteit bezit. Schrijf de vier kwaliteiten op.
Stap 2: Probeer je nu in te denken welke vier eigenschappen (uit de lijst) een klasgenoot aan jou zou geven. Ook deze vier schrijf je op in je Word document.

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Stap 3: Kies 4 kwaliteiten uit de lijst die jij bij je duo vindt passen en leg aan die persoon uit waarom. Doe dit met voorbeelden. Als je klaar bent, doe je dit andersom.
Bespreek aan het einde of jouw eigen gekozen kwaliteiten, jouw verwachte kwaliteiten door een ander (stap 1 & 2) en de kwaliteiten van je klasgenoot (stap 3) overeenkomen.  Maak aantekeningen in Word document voor je eindverslag.

Slide 28 - Slide

Opdrachten les 7
  1.  Laat in gedachten een dier (A) bij jezelf opkomen dat symbool staat voor jou als persoon.
  2.  Laat tevens een dier (B) bij jezelf opkomen dat een tegenpool is van het eerste dier (A).
  3.  Benoem de kwaliteiten van dier A. Herken je deze kwaliteiten ook bij jezelf?
  4.  Benoem de kwaliteiten van dier B. Welke van deze kwaliteiten zou je in jezelf verder willen ontwikkelen?
  5.  Werk deze opdracht  meteen uit voor je eindverslag



Slide 29 - Slide

uitwerken kernkwadranten 
Lees nog eens de twee bladen met kwaliteiten door en kies er 5 die het beste bij jou passen.  Vul met deze vijf kwaliteiten, vijf maal het hele kernkwadrant in. Gebruik hiervoor een leeg kernkwadrant (vind je op internet). Dus naast je kwaliteiten ga je ook op zoek naar de bijpassende valkuil, uitdaging en allergie. Je mag hierbij hulp van internet inroepen.  Zet de vijf uitgewerkte kernkwadranten in je eindverslag.

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Opdracht les 8
Bedenk 3x een interactieve en leuke manier om feedback over jouw functioneren te vragen aan basisschoolkinderen.
Zet bij elke manier voor welke leeftijd/doelgroep deze manier het meest geschikt is.
Beschrijf ook kort hoe je te werk zou gaan.
(Let op! Je hoeft deze opdracht niet uit te voeren op stage, maar het mag natuurlijk wel!)

Slide 34 - Slide

Eindverslag (1 punt)
Je schrijft een eindverslag met daarin:
  • Een korte samenvatting van iedere les (de opdrachten van les 1, 2, 4, 5, 7 en 8).
  • Wat je deze periode hebt geleerd.
  • Wat je meeneemt per les naar jouw stage.
  • Een profielschets van jezelf als OA' er/ leerkracht.  Vermeld hierin jouw valkuilen en kwaliteiten.
  • Hoe heb je deze lessenreeks intervisie ervaren (FB)?

Slide 35 - Slide

Volgende week
Les 9: Incidentmethode 

Slide 36 - Slide