HC Britse Rijk: India als trots van het Britse Rijk
1 / 26
next
Slide 1: Slide
geschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5
This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
HC Britse Rijk: India als trots van het Britse Rijk
Slide 1 - Slide
KENMERKEN BESTUUR VAN INDIA VANAF 16E EEUW
3/4 deel van het land werd bestuurd door een dynastie (= een familie die al heel lang regeert)
Dynastie van de Mogols
De Mogol vorsten voeren handel met verschillende Europese landen zoals Portugal, de Republiek en Engeland
De Mogolvorsten sloten een deal met de EIC= de East Indian Company om alleen met hen te handelen
Slide 2 - Slide
East Indian Company= EIC
Overeenkomsten tussen de VOC en EIC:
Alleenrecht op de handel met India : geen lid van de maatschappij = niet kunnen handelen
Uit naam van het bedrijf werden er verdragen gesloten met lokale vorsten, de regering bemoeide zich hier niet mee
Beide handelsmaatschappijen gebruikten geweld om de eigen handel te beschermen
Slide 3 - Slide
Handelsmonopolie voor de Britten met EIC
Slide 4 - Slide
Vertegenwoordigers van de EIC bezoeken Djehangir
Slide 5 - Slide
‘Ik heb aan alle koninkrijken en havens in mijn rijken opdracht gegeven alle handelaren van de Engelse Natie te ontvangen als onderdanen van mijn vriend; dat in elke plaats waar zij verkiezen te leven zij volledige vrijheid genieten zonder beperkingen; en in welke haven zij ook zullen arriveren noch Portugal noch enig ander land het zal wagen hun rust te molesteren; en in welke stad zij resideren, ik heb aan al mijn gouverneurs en kapiteins de opdracht gegeven de Engelsen alle vrijheid te geven die ze wensen; te verkopen, kopen en transporteren naar hun land wat zij maar wensen. Ter bevestiging van onze liefde en vriendschap wens ik dat Uwe Majesteit aan zijn kooplieden opdracht geeft in hun schepen allerhande soorten rariteiten en rijke goederen mee te nemen die geschikt zijn voor mijn paleis; en dat het u behaagt mij uw koninklijke brieven te sturen bij elke gelegenheid, dat ik mij mag verheugen in uw goede gezondheid en voorspoedige zaken; dat onze vriendschap wederzijds en eeuwigdurend moge zijn.’
Maak met een citaat uit de brief van Djehangir duidelijk welk voordeel de Mogolvorsten hadden bij de handelsbetrek-kingen met Engeland.
Slide 6 - Slide
Het Britse leger hielp de Mogolvorsten vaak, bijvoorbeeld bij het beschermen van de grenzen van hun rijk. Ook als twee Indiase vorsten onderling de strijd aangingen, waren Britten vaak bereid een van beide vorsten te steunen.
Bedenk een motief voor de Britten om partij te kiezen in conflicten tussen Indiase vorsten
antwoord
De Britten namen graag een positie in om daarmee de vorsten aan zich te binden. Een vorst die met hulp van de Britten een conflict had gewonnen, was de Britten daarmee wel iets verschuldigd.
Slide 7 - Slide
Het Britse leger hielp de Mogolvorsten vaak, bijvoorbeeld bij het beschermen van de grenzen van hun rijk. Ook als twee Indiase vorsten onderling de strijd aangingen, waren Britten vaak bereid een van beide vorsten te steunen.
Bedenk een motief voor de Britten om te helpen bij de bescherming van de grenzen van het Mogolrijk.
antwoord
Omdat de Britten hiermee mogelijke concurrenten tegenwerkten en omdat ze bij een vervanging van de machthebbers in India nog maar moesten afwachten of de handelsvoorwaarden zo gunstig voor hen zouden blijven.
Slide 8 - Slide
Katoen als belangrijkste handelswaar
Slide 9 - Slide
Handel drijven met India, hoe dan?
Stichten van factorijen aan de kust (=handelsposten)
Indiase tussenhandelaren regelden de handelsafspraken met het binnenland en de havens (=bania's)
Slide 10 - Slide
Katoen als belangrijkste grondstof en product
Bania's regelden de contacten met spinners, wevers en katoentelers
Ingekochte stoffen leverden Bania's af bij de factorijen
De stoffenhandel uit India zorgde voor een wereldwijde handelsverbinding tussen meerdere continenten
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Wat zie je hier?
A
factorij
B
katoenplantage
C
handelspost
D
verdedigingsfort
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Slide
Verklaar waarom de Engelsen in Noord-Amerika wel vestigingskoloniën begonnen en in India niet.
antwoord
In India bestond een stevig bestuurdersnetwerk. De Britten konden dat niet zomaar opzijschuiven. Ook konden de Britten gebruikmaken van bestaande productiecentra en handelswegen; ze hoefden niet alles vanuit het niets op te bouwen.
Slide 15 - Slide
In dit schilderij is veel nadruk gelegd op de prachtige stoffen waarvan de kleding van de vrouw is gemaakt.Schilderij van Francesco Renaldi, 1789
Bedenk welke rol het schilderij van bron 25 gespeeld kan hebben in de toenemende Europese vraag naar Indiase stoffen.
antwoord
Door de mooie afbeelding van de stoffen zal bij Europese toeschouwers de wens om zelf deze stoffen te mogen dragen toenemen. Een schilderij als dit kan dan als een soort reclame dienen
Slide 16 - Slide
Wat is geen oorzaak van de toenemende vraag naar katoen in Engeland?
A
De mooie stoffen uit India werden een statussymbool voor Europese rijke families.
B
Katoen was veel zachter om te dragen en prettiger om kleding van te maken dan de stoffen die eerder in Europa werden gedragen.
C
De Amerikaanse onafhankelijkheid in 1776.
D
De bevolkingsgroei in Europa
Slide 17 - Quiz
Leg het verband uit tussen de katoenhandel in Azië en de trans-Atlantische slavenhandel.
Slide 18 - Open question
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Britse normen en waarden in India
Slide 24 - Slide
Britse normen &waarden in India
Religies in India; voornamelijk hindoeïsme en islam
Elke religie kent eigen gewoonten en gebruiken
De Britten konden niet omgaan met deze gewoonten en gebruiken en wilde India graag helemaal Engels maken. De Britse waarden en normen moesten leidend zijn!
Veel culturele gebruiken moesten verdwijnen.
Slide 25 - Slide
‘Laten we ons best doen om onze wortels in de bodem van India te planten door de geleidelijke introductie en ontwikkeling van onze eigen principes en opvattingen, van onze wetten, instituten en manieren, maar bovenal – als de bron van alle verbeteringen – van onze godsdienst en als gevolg daarvan onze moraal. Europese wetten en instellingen zijn vanzelfsprekend superieur aan die van Azië. Dat geldt te meer voor de Britse wetten en instellingen. Ze kunnen met zekerheid voorspellen dat als India haar duistere, bloedige, bijgelovige gebruiken heeft ingeruild voor de zachtaardige invloed van het christelijk licht en de waarheid, orde, veiligheid en voorspoed vanzelf zullen volgen.’
Uit: Parlementaire toespraak van William Wilberforce (1832).
Geef in één zin weer hoe William Wilberforce dacht over het doorvoeren van Engelse normen en waarden in de Indiase samenleving. Geef vervolgens aan welke motieven hij geeft voor zijn standpunt.