GS9 Koninkrijk der Nederlanden II 1848

Doelen:

Ik kan uitleggen wat er veranderde in 1848
Ik kan opnoemen wat liberalen willen



timer
5:00
1 / 22
next
Slide 1: Slide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Doelen:

Ik kan uitleggen wat er veranderde in 1848
Ik kan opnoemen wat liberalen willen



timer
5:00

Slide 1 - Slide

Hoe heet de eerste echte koning van Nederland?
A
Lodewijk Napoleon
B
Willem I

Slide 2 - Quiz

Waarom werden in 1813 Nederland België en Luxemburg 1 land?

Slide 3 - Open question

Wat is een reden dat koning Willem 1
koning werd van
koninkrijk der Nederlanden?

Slide 4 - Open question

Wat staat er in de grondwet?
noem 2 dingen

Slide 5 - Open question

Wat is een constitutie?
A
een opstand
B
een koninkrijk
C
een grondwet
D
een lekker broodje

Slide 6 - Quiz

Nederland is vanaf 1813 een
A
constitutionele republiek
B
constitutionele monarchie

Slide 7 - Quiz

Nederlanders zijn vooral
A
katholiek
B
islamitisch
C
gereformeerd
D
protestant

Slide 8 - Quiz

Welk land splitste zich in 1830 af van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden?
A
Duitsland
B
België
C
Frankrijk
D
Amsterdam

Slide 9 - Quiz

Geef drie redenen waarom de Belgen niet meer bij Nederland willen horen.

Slide 10 - Open question

Wat is de juiste volgorde?
A
Bataafse republiek, koninkrijk Holland, provincie van Frankrijk
B
Koninkrijk Holland, Bataafse republiek, provincie van Frankrijk
C
Provincie van Frankrijk, Bataafse republiek, Koninkrijk van Holland
D
Koninkrijk van Holland, Provincie van Frankrijk, Bataafse republiek

Slide 11 - Quiz

0

Slide 12 - Video

Willem II


Staatsinrichting tot 1848:

  • Koning = staatshoofd 
  • Minister = dienaar van de koning
  • Parlement = Eerste en Tweede Kamer

Slide 13 - Slide

1840-1849: 
Koning Willem II
  • Conservatief: geen ruimte voor veranderingen
  • Willem II beslist heel veel zelf, zonder toestemming van het parlement. (Koninklijk Besluit KB)
  • Hij moet niets weten van democratie


Rijke burgers hebben steeds meer kritiek op hun koning.

Slide 14 - Slide

Liberalen
De eerste politieke stroming: het Liberalisme (ontstaat in heel Europa)
Liberalen zijn rijke burgers.
De liberalen willen:
  • meer vrijheid en democratie.
  • dat de koning zich niet overal meer mee bemoeit.
  • dat burgers beslissen mee
  • dat het parlement wordt gekozen
  • dat het parlement de regering controleert
(wederom:
No taxation without representation!)

Slide 15 - Slide

Boze burgers

  • Liberalen zijn boos: "Alles is weer hetzelfde als vóór de Franse Revolutie!"

  • Overal zitten er weer koningen op de Europese tronen en ondanks 'een grondwet' is er maar weinig democratie.

Slide 16 - Slide

Revolutiejaar 1848
Overal in Europa zijn opstanden.
  • In Pruissen (Duitsland) wordt een opstand bloedig neergeslagen
  • In Frankrijk wordt de koning afgezet, Frankrijk wordt een (weer) republiek.




Koning Willem II wordt 'in één nacht' liberaal
Revolutie = een grote plotselinge verandering in een land

Slide 17 - Slide

Gevolgen
  • Koning Willem II wil geen bloedvergieten zoals in Duitsland, hij wil ook zijn baan niet kwijt zoals in Frankrijk
  • Willem II wil voorkomen dat er in Nederland ook revolutie komt.
  • Koning Willem II nodigt de leider van de liberalen uit.
  • De leider van de Nederlandse Liberalen is: Johan Rudolf Thorbecke 



Slide 18 - Slide

Grondwetswijziging 1848

Slide 19 - Slide

De grondwetswijziging van 1848
Vóór 1848 is de koning de baas, er is wel een grondwet maar de koning heeft heel veel macht.
 
Ná 1848 is het parlement de baas. Hierin zitten vooral liberalen (liberalen zijn rijke burgers).

Parlement = Eerste + Tweede Kamer = volksvertegenwoordiging

Slide 20 - Slide

Volgende week gaan we de grondwetswijziging van 1848 onder de loep nemen.

Nu maken de nabeschouwing.

Slide 21 - Slide

Doelen:

Ik kan uitleggen wat er veranderde in 1848
Ik kan opnoemen wat liberalen willen



timer
5:00

Slide 22 - Slide