8A - blok 1 - week 1 - les 1 kommagetal miljoenen miljarden v.v.

lesdoel
Ik kan miljoenen en miljarden als kommagetal schrijven  of als gewoon getal zoals:


opzetten naar cijfers.

zes miljoen driehonderdduizend
1 / 22
next
Slide 1: Slide
RekenenBasisschoolGroep 8

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

lesdoel
Ik kan miljoenen en miljarden als kommagetal schrijven  of als gewoon getal zoals:


opzetten naar cijfers.

zes miljoen driehonderdduizend

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

0,3 miljoen

Slide 3 - Slide

1,25 miljoen

Slide 4 - Slide

tweehonderddertigduizend

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Weet jij nog wat ons lesdoel is?

Slide 7 - Open question

Hoeveel nullen heeft 1 miljoen?

Slide 8 - Open question

Hoeveel nullen heeft 1 miljard?

Slide 9 - Open question

Welke 2 antwoorden zijn er voor de groene pijl?
Schrijf het op je wisbord en vertel aan je schoudermaatje hoe je aan je antwoorden bent gekomen?
Juf doet het voor?

Slide 10 - Slide

Nu jullie?
Schrijf het op als kommagetal?

€ 2 501 119,-
Hoeveel Euro is dit ongeveer?

Slide 11 - Slide

Weet je nog
  • Rond 0,6 miljoen af
  • Rond 7,9  miljoen af
  • rond 109,9 miljoen

Slide 12 - Slide

Rond 1,283 miljoen af tot 1 cijfer na de komma.

Slide 13 - Open question

Rond 1,201 miljoen af tot 1 cijfer na de komma.

Slide 14 - Open question

452 552
  • Hoe spreek je dit getal uit? Vetrel het aan elkaar.
  • Schrijf dit op als kommagetal? Gebruik twee cijfers na de komma.

Slide 15 - Slide

Wie heeft de meeste views?
Tip
Je kan de maten in elkaar omzetten, dus bijvoorbeeld overal miljoenen van maken of overal honderdduizendtallen van maken. Dat maakt het vergelijken makkelijker.

Slide 16 - Slide

1 000 000
1 Miljoen



1 000 000 000
1 Miljard



Slide 17 - Slide

1 miljard euro = ........ miljoen Euro?

Slide 18 - Open question

1,1 miljard euro = ........ miljoen Euro?

Slide 19 - Open question

0,1 miljard euro = ........ miljoen Euro?

Slide 20 - Open question

Tip: maar eerst alle getallen even lang?

Slide 21 - Slide

Aan het werk
Opgave 0

Opgave 1

Opgave 2

Daarna plussen
Regels:

* Werk stil.
*Gebruik je blokje.
*Snap je het niet, vraag juf.

Helemaal klaar:
werk aan je weektaak.

Slide 22 - Slide