This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Lezen
2.3 Tekstverbanden en signaalwoorden
Werkboek deel A
Online: "Lez 2.3"
Slide 1 - Slide
tekstverbanden en signaalwoorden
Slide 2 - Mind map
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Ik lees de krant, zodat ik op de hoogte blijf van al het belangrijke nieuws.
A
tegenstelling
B
doel-middel
C
opsomming
D
toelichting
Slide 11 - Quiz
Zo stond gisteren in de krant, dat vrouwen dikker worden wanneer ze een vaste relatie krijgen.
Let op: twee signaalwoorden
A
voorbeeld, tegenstelling
B
opsomming, voorwaarde
C
voorbeeld, voorwaarde
Slide 12 - Quiz
Die gewichtstoename zou komen, doordat die vrouwen voor zichzelf net zoveel eten opscheppen als voor hun mannelijke partner.
A
oorzaak-gevolg, vergelijking
B
oorzaak-gevolg, voorbeeld
C
voorbeeld, tegenstelling
Slide 13 - Quiz
Die portie is natuurlijk veel te groot, omdat vrouwen minder calorieën nodig hebben.
A
opsomming
B
voorbeeld
C
reden
D
tegenstelling
Slide 14 - Quiz
Al met al zie ik voor ons vrouwen maar één mogelijkheid om een goed figuur te houden: geen relatie met een man beginnen.
A
samenvatting, reden
B
samenvatting, doel-middel
C
samenvatting, tegenstelling
D
samenvatting, voorbeeld
Slide 15 - Quiz
Opdrachten
Maak 2 of 3 opdrachten van Lezen 2.3 (online of in je werkboek) om te oefenen. Opdracht 1 hebben we samen gedaan in deze les.
Doel: je kunt signaalwoorden en tekstverbanden herkennen in de tekst.
Slide 16 - Slide
Herhaling spelling
Pas op dat je je vingers niet .....(verbranden)
A
verbrand
B
verbrandt
Slide 17 - Quiz
"Wilde eigenlijk niet dat er wat aan gedaan werd. Vond het prima om met haar revalidatie fysiotherapeut te praten en vond het wat overdreven allemaal."
Wat gaat hier mis? Kun je dit aangeven of deze zinnen herschrijven?
Slide 18 - Open question
Afronden les
Opdrachten
Maak 2 of 3 opdrachten van Lezen 2.3 (online of in je werkboek) om te oefenen. Opdracht 1 hebben we samen gedaan in deze les.