Thema 4 - les 3/4 - informatie of mening

• Taal
• Basisschool
• Groep 6

In welke zin staat een mening?

1. Vroeger deden mensen hun spaargeld in een spaarpot.
2. Ik vind sparen te lang duren. Ik leen liever geld.
3. Kinderen kunnen ook geld sparen.

LESDOEL

Ik leer dat je in een tekst informatie (feit) of een mening kunt geven.

Je schrijft hoe groot iets is.

1. informatie(feit)
2. mening

Je schrijft hoe iets gebeurt.

1. informatie(feit)
2. mening

Je schrijft hoe je over iets denkt.

1. informatie(feit)
2. mening

Je schrijft waarom je het ergens mee eens bent.

1. informatie(feit)
2. mening

Je schrijft wat je van iets vindt.

1. informatie(feit)
2. mening

Je schrijft welke kleuren iets heeft.

1. informatie(feit)
2. mening

Veel planten zijn groen.

1. informatie(feit)
2. mening

Een paard is een zoogdier.

1. informatie(feit)
2. mening

Ik vind honden leuke beesten.

1. informatie(feit)
2. mening

Een hond heeft 4 poten.

1. informatie(feit)
2. mening

Amsterdam is de hoofdstad van Nederland.

1. informatie(feit)
2. Mening

Spaghetti is lekker.

1. informatie(feit)
2. Mening

Spinazie is een groente.

1. informatie(feit)
2. Mening

Ik zit liever te gamen dan dat ik aan een sport doe.

1. informatie(feit)
2. Mening

informatie(feit)

Mening

De auto van mijn vader heeft vier banden.

Ik vind mijn kamer super mooi.

Maak de zin af en geef informatie!

Sparen is .......

Maak de zin af en geef een mening!

Ik vind sparen .......

taal

thema 4 - les 4

blz 70

juf legt het uit

leerkracht.juniorcloud.nl