Repaso y tarea 3 P2 (8-1)

¡Bienvenidos a la clase de español!


     Hoy es...
         
                  








1 / 29
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

¡Bienvenidos a la clase de español!


     Hoy es...
         
                  








Slide 1 - Slide

¿Qué hacemos hoy?
  • ¿Qué hemos hecho?

  • ¡A trabajar!

  • Fin de la clase








  • ¿Nuestro objetivo? 
  • ¡Repaso y hablar!
  • Verbo ESTAR
  • Tarea final
  • Evaluación 

Slide 2 - Slide

* Bestuderen woordenschat en grammatica tarea 1.

* Vragen over wonen in Spanje invullen en verslagje van maken. 
¿Qué hemos hecho?

Slide 3 - Mind map

Nuestro objetivo
¡muy bien!
De eerste die kan vertellen welke leerdoelen er deze week behandeld worden krijgt een ¡muy bien! stempel.

Slide 4 - Slide

Wat is het meervoud van 'la mochila bonita' ?

Slide 5 - Open question

Wat is het meervoud van 'pez'?
A
pezes
B
pezs
C
pece
D
peces

Slide 6 - Quiz

Reageer op:
¿Cuál es tu deporte favorito?

Slide 7 - Open question

Reageer op:
¿Cuál es tu animal favorito?

Slide 8 - Open question

Geef je mening over het Spaans:
Creo que....

Slide 9 - Open question

Reageer op:
¿Te gusta el español?

Slide 10 - Open question

Reageer op:
¿Te gustan los animales?

Slide 11 - Open question

Sleep het antwoord naar de juiste plek!
3.  ................ escucho música en mi habitación.
1. ..............hablas con amigos en el salón.
2. ..............camina por el parque.
5. .............................trabajamos en el hotel.
4. ................cantáis muy bien.
6. .........................cantan en la ducha.
Yo
Tú y Carlos
Nosotros
Pedro
Ellos

Slide 12 - Drag question

Sleep het antwoord naar de juiste plek!
3.  Juan y María............holandés.
1. Pablo......................en España.
2. Tú y ella........................un café.
5. Yo....................con mi amigo.
4. Nosotros...........la puerta.
6. María .......................un correo.
aprenden
vive
bebéis
abrimos
hablo
escribe

Slide 13 - Drag question

¡Hablar español!
1) Vraag/ vertel je voorkeur over school (el colegio).
Praat Spaans met minimaal 4 leerlingen. 
2) Geef je mening of het Spaans (el español).
4) Zeg dat je voetbal (el fútbol) leuk of niet leuk vindt.  
3) Reageer op een mening. 

Slide 14 - Slide

Nuestro objetivo
¡muy bien!
De eerste die kan vertellen welke leerdoelen er deze week behandeld worden krijgt een ¡muy bien! stempel.

Slide 15 - Slide

0

Slide 16 - Video

SER y ESTAR

SER = zijn
SER wordt gebruikt bij het praten over een identiteit.

SER wordt gebruikt als je praat over een vaste eigenschap.

* Yo soy Michael Honders.
* Tú eres holandesa.
* Usted es inteligente.
* Nosotros somos divertidos.
* Vosotros sois alumnos.
* Ellas son de Francia.

ESTAR = zijn
ESTAR word gebruikt om aan te geven waar iets zich bevindt.

ESTAR word gebruikt om een eigenschap te geven die verandert.

* Yo estoy en España
* Tú estás en la escuela.
* Ella está en casa.
* Nosotros estamos nerviosos.
* Vosotros estáis en Holanda.
* Ellos están contentos. 

Slide 17 - Slide

Alberto........(estar) contento.
A
estoy
B
está
C
estamos
D
estáis

Slide 18 - Quiz

Tú......(estar) en la clase de español.
A
estoy
B
está
C
estamos
D
estás

Slide 19 - Quiz

Vervoeg het werkwoord op de goede manier:

Yo...........(estar) de buen humor.

Slide 20 - Open question

Vul de juiste vorm in van SER of ESTAR.

Yo_______holandesa.

Slide 21 - Open question

¡Practicar con los verbos!
  • ¿Qué? Terminar tarea 3.2

  • ¿Cómo? En parejas

  • ¿Tiempo? 20 minutos
Klaar? Oefen werkwoorden via blz. 28 "mi casa"

Slide 22 - Slide

Ik begrijp de lesstof ....
A
muy bien
B
bien
C
regular
D
fatal

Slide 23 - Quiz

Wat is nog wil weten over
het werkwoord ESTAR is....

Slide 24 - Mind map

Y por último.........

Slide 25 - Slide

¡Tarea final!
  • ¿Qué? ¡Vivir en España!

  • ¿Cómo? En grupos

  • ¿Tiempo? 35 minutos
Klaar? Begin met het ontwerp van je tarea final

Slide 26 - Slide

Wat heb je geleerd vandaag?

Slide 27 - Mind map

Fin de la clase...



  • ¿Preguntas?

  • Wat ging goed?

  • Wat kan verbeteren?




    Volgende les?
    * ¿Qué? 
    - Tarea 3

    * ¿Preparar? 
    - Aprender verbos [-ar, -er, -ir]
    - Aprender el verbo ser y estar
    Leefboek
    • Vul in wat je hebt gedaan en waar je bent gebleven!

    Slide 28 - Slide

    ¿Qué tal la clase?

    Slide 29 - Slide