a Dewi
bezocht samen met haar ouders Parijs.
b Daar zagen/zag ze veel bezienswaardigheden, zoals het Louvre en de Eiffeltoren.
c Haar vader vond het te spannend om de Eiffeltoren te beklimmen, want hij had hoogtevrees.
d Dewi en haar moeder durfden wel.
e Ze probeerden samen de trap, maar al gauw raakte moeder buiten adem.
f Daarom pakten de dames toch maar de lift.
g Wat was het uitzicht geweldig vanaf de top!