Paragraaf 1.4 Faseovergangen

Welkom
Vandaag:
terugblik vorige week: atomen een moleculen
Quiz
Uitleg faseovergangen

Lesdoelen: je leert
  • de faseovergangen
  • dat gas onzichtbaar is
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Welkom
Vandaag:
terugblik vorige week: atomen een moleculen
Quiz
Uitleg faseovergangen

Lesdoelen: je leert
  • de faseovergangen
  • dat gas onzichtbaar is

Slide 1 - Slide

Atoomsoorten: ruim 100

Slide 2 - Slide

Moleculen en atomen

Slide 3 - Slide

Atomen en moleculen
A
atomen zijn de bouwstenen van moleculen
B
Moleculen zijn de bouwstenen van atomen
C
Water bestaat uit wateratomen
D
moleculen zie je alléén met een elektronenmicroscoop

Slide 4 - Quiz

Hoeveel atomen bestaan er?
A
ruim 100
B
oneindig veel
C
enkele miljoenen
D
ruim 500

Slide 5 - Quiz


A
Er zijn voor de reactie 9 moleculen
B
In de afbeelding zijn er 4 soorten moleculen
C
Er zijn voor de reactie 3 verschillende moleculen
D
Het aantal moleculen is hetzelfde voor en na de reactie

Slide 6 - Quiz

In welke fase kun je moleculen samenpersen?
A
Gasfase
B
Vloeibare fase
C
Vaste fase
D
Alle fases

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

In welke fase hebben moleculen een eigen vorm?
A
Gasfase
B
Vloeibare fase
C
Vaste fase
D
Alle fases

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Uitleg faseovergangen
- dit schema uit je hoofd kennen

- sublimeren en rijpen: 
zie je niet zo vaak

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Waterdamp
Is onzichtbaar!

ECHT WAAR! NIET TE ZIEN
onzichtbaar
Kun je niet zien
Waarom is dit geen waterdamp?

Slide 13 - Slide

Welke fase zie je? 

Slide 14 - Slide

Je doet een paar lepels gemalen koffiebonen in een filter. Daarna giet je kokend water in het filter.

Wat gebruik je dan als oplosmiddel?

Wat is het natuurkundige woord voor de koffie die door het filter in de pot loopt?

Wat is het natuurkundige woord voor het deel dat in het filter achter blijft?
Wat is het natuurkundige woord voor deze manier van koffiezetten?



Slide 15 - Slide

Een oplossing is altijd:

 A gekleurd
 B helder                                             
 C kleurloos
 D troebel

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide