Zorgplan maken

Zorgplan maken
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Zorgplan maken

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat is methodisch werken?
timer
0:20
A
Verpleegkundige zorg afstemmen op behoefte en wens van de cliënt
B
Werken op basis van een cyclisch stappenplan
C
Werken volgens gezondheidspatronen van Gordon
D
Persoonsgericht werken, je bent gastvrij

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions


Wat is het voordeel van methodisch werken
timer
0:20
A
het tussentijds of achteraf beoordelen van een agenda
B
je doorloopt alles stappen van het proces
C
een bepaalde kijk op iets, een richtinggevende zienswijze
D
de product en procesevaluatie

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Voorbeelden classificatiemodel
  •  Bij Nanda-I/NIC/NOC orden je de diagnoses, interventies en uitkomsten (internationaal)
  • Omaha System orden je je gegevens volgens aan-dachtsgebieden, soort actie en actievlakken. (internationaal)
  • International Classification of Functioning, Disability and Health, ICF
  • Gordon gegevens ordenen a.d.h.v. 11 patronen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Nanda, NIC en NOC
De classificaties NANDA, NIC en NOC ondersteunen het volledige proces van verpleegkundig redeneren: van anamnese en diagnose tot uitvoering en evaluatie.

Slide 5 - Slide

NANDA
NANDA wordt gebruikt voor het verzamelen van gegevens en het stellen van een diagnose. Alle mogelijke verpleegkundige diagnoses zijn hierin opgenomen. Door het gebruik van dit systeem is zeker dat elke verpleegkundige hetzelfde bedoelt met een bepaalde diagnose. Tegenwoordig spreken we van NANDA-I (international).
NOC
NOC wordt gebruikt voor het plannen van doelen, beschrijven en evalueren van zorgresultaten. Hierin staat de zorgvrager centraal. De verpleegkundige zorgresultaten en vastgestelde indicatoren beschrijven hoe de zorgvrager zich voelt, wat hij denkt en wat hij doet.
NIC
NIC wordt gebruik voor het selecteren van interventies. Hierin staat voor elke verpleegkundige diagnose de beste interventie beschreven met wetenschappelijk onderzoek (EBP) als bewijs.
OMAHA

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wat is het omaha system?
Omaha system: combinatie van drie classificaties (een probleemclassificatie, een interventieclassificatie en een standaardisering van de uitkomsten van de cliënt), wordt vooral voor de
maatschappelijke gezondheidszorg gebruikt. 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

ICF

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

DSM V
DSM: Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders)

De DSM is er om tot een psychiatrische diagnose te komen. 
De DSM is een classificatiesysteem van psychische stoornissen. 
In de DSM staan dus de criteria van de verschillende psychische stoornissen beschreven. 
Onder deze criteria vallen onder meer de aard, de ernst en de duur van de symptomen. Bij bepaalde stoornissen vormt de leeftijd van de zorgvrager ook een criterium.
  


Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Gezondheidspatronen van GORDON

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Samenhang met het zorgplan
Het verpleegplan is een onderdeel van methodisch werken
Het verpleegplan is een onderdeel van klinisch redeneren

Je kan dus stellen dat methodisch werken en klinisch redeneren bij elkaar horen!

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

ZORGPLAN 
bestaat 
uit
de 
PESDIE

Probleem
Etiologie
Symptomen
Doel (verpleegkundig)
Interventies
Evaluatie (product en proces)

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Stappen van klinisch redeneren

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat is klinisch redeneren?
timer
0:20
A
Methode om informatie te ordenen
B
Methode om informatie te verzamelen voor verpleegplan.
C
Methode om gezondheidstoestand te observeren
D
Methode om zorg- situatie te analyseren en acties in te zetten

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Hoe komen we aan gegevens over de zorgvrager

  1. Gesprek houden met de zorgvrager = anamnesegesprek
  2. Gesprek houden met diens naasten = hetero-anamnesegesprek
  3. Gesprek houden met collega’s en andere disciplines
  4. Rapportages zorgdossier en zorgplan lezen
  5. Zelf observeren

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

SBAR-methode

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

EWS-SCORE 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

SCEGS
 (invloed klachten op psychosociale vlak)

Signalen en klachten
Cognitief
Emoties
Gedrag
Sociaal systeem

Slide 18 - Slide

This item has no instructions