Ondermaat en overmaat

ontledingsreacties
1 / 22
next
Slide 1: Mind map
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

ontledingsreacties

Slide 1 - Mind map

Slide 2 - Slide

Het maken van een hamburger
1
+ 1
+ 2
+ 3
1
(Bij koken gebruik je vaak de massaverhoudingen!)
1 : 1 : 2 :3

Slide 3 - Slide

Het maken van een hamburger
1
+ 1
+ 6
+
1
1 : 1 : 2 :3
Overmaat
Eén van de stoffen is teveel aanwezig
en 4 plakjes kaas over

Slide 4 - Slide

Het maken van een hamburger
1
+ 1
+ 1
+ 3
1 : 1 : 2 :3
Ondermaat
Eén van de stoffen is te weinig aanwezig
Geen hamburger die aan eis voldoet

Slide 5 - Slide

Massaverhoudingen
Koekjes bakken: volgens recept
                                            Voor 300 g bloem is 150 g boter nodig
                                            Massaverhouding bloem : boter = 300 : 150
                                                                                                                =    2    :    1
                                                                                                   (vereenvoudigd)
                                                                                      massaverhoudingen                                                                                        bij chemische reacties!

Slide 6 - Slide

Overmaat en ondermaat
400 gram bloem
i.p.v. 300 gram 

Slide 7 - Slide

Is zuurstof bij onvolledige verbranding in overmaat of ondermaat?
A
Overmaat
B
Ondermaat

Slide 8 - Quiz

Als in een reactiemengsel een stof in overmaat is dan
A
is er van die stof het meeste aanwezig
B
is er van die stof het minste aanwezig
C
is het reactievat te groot
D
is er van die stof meer aanwezig dan nodig

Slide 9 - Quiz

Uitrekenen: welke stof is in overmaat/ondermaat?
4 CuO (s) + CH4 (g) --> 4 Cu (s) + CO2 (g) + 2 H2O (g)
30 gram CuO toevoegen aan 6,0 gram CH4 
Hoeveel gram CH4 reageert werkelijk met 30 gram CuO?


4 CuO
CH4
Massaverhouding (u)
318
16,0
Massa (g)
30
X

Slide 10 - Slide

30 x 16 / 318 = 1,5 gram CH4
CH4 is dus in overmaat (want: 6,0 > 1,5)
Andersom kan ook! Hoeveel gram CuO reageert met 6 gram CH4?





6,0 x 318 / 16,0 = 119,3 gram CuO (30 < 119,3 dus...?)

4 CuO
CH4
Massaverhouding (u)
318
16,0
Massa (g)
X
6,0

Slide 11 - Slide

Om te bereken hoeveel Cu wordt gevormd, reken je vanuit...
A
30 gram CuO (ondermaat)
B
6,0 gram CH4 (overmaat)
C
Dat maakt niet uit

Slide 12 - Quiz

Je rekent met de beginstof die in ondermaat aanwezig is!
Dus, je rekent met 30 gram CuO, niet met 6,0 gram CH4




30 x 254,4 / 318 = 24 gram Cu


4 CuO
4 Cu
Massaverhouding (u)
318
254,4
Massa (g)
30
X

Slide 13 - Slide

Wat ga je nu doen?
Maken: 37 38 en 39
Eerder klaar? Maken: 40

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Vraag 35 op pagina 157 graag beantwoorden

Slide 19 - Open question

Vraag 36 op pagina 151 graag beantwoorden

Slide 20 - Open question

Vraag 38 op pagina 151 graag beantwoorden

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Slide