3.3 Het hart

Thema 3 De bloedsomloop
3.3 Het hart
1 / 35
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 3 De bloedsomloop
3.3 Het hart

Slide 1 - Slide

herhalen: bloedsomloop
de mens heeft een dubbele bloedsomloop:
- kleine bloedsomloop
- grote bloedsomloop


Het bloed stroomt per omloop 2x door het hart, vandaar de naam: dubbele bloedsomloop.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

   rechts                                                                       links
      
blauw:                                                                                                                           rood:
zuurstofarm                                                                                                               zuurstofrijk
Denk vanuit de persoon van wie de organen zijn.
longen
Lichaam (alle weefsels)

Slide 4 - Slide

Leerdoelen 3.3 Het hart
Aan het einde van de les:
- kun je in een afbeelding de delen van het hart en de aansluitende bloedvaten benoemen
- kun je de kenmerken en functies noemen van het hart en de aansluitende bloedvaten

Slide 5 - Slide

Inleiding
Het hart ligt in het midden van de borstholte, iets naar links, onder het borstbeen.

Een hart is ongeveer zo groot als en vuist.

Slide 6 - Slide

Het hart
Het hart is een holle spier
 en werkt als een pomp: 
hij pompt het bloed door de bloedvaten.


Slide 7 - Slide

buitenkant hart
Het hart is een spier die kan samentrekken. Hiervoor is zuurstof nodig. Het hart krijgt zuurstof via de kransslagaders (rood).

Kransslagaders (rood): zuurstofrijk en voedingsstoffen.
Kransaders (blauw) voeren het O2-arme, CO2-rijke bloed af.

Slide 8 - Slide

Boezems & kamers
Elke harthelft bestaat uit een boezem en een kamer.

In de boezems komt het bloed het hart binnen. Vervolgens pompen de boezems het bloed naar de kamers.

De kamers pompen het bloed naar de kleine en de grote bloedsomloop.

Slide 9 - Slide

Het hart

Slide 10 - Slide

De rol van hart in de kleine bloedsomloop
De rechterkamer van het hart pompt het bloed naar de longslagader.

Door de longslagader stroomt het bloed naar de longen.

Vanuit de longader stroomt het bloed weer naar de linkerboezem van het hart.

Slide 11 - Slide

DUS: kleine bloedsomloop

rechterkamer -> longslagader -> longen -> longader -> linkerboezem

Slide 12 - Slide

De rol van het hart in de grote bloedsomloop
Het bloed komt van de longader in de linkerboezem 

Vervolgens stroomt het bloed naar de linkerkamer.

De linkerkamer pompt het bloed in de aorta.
longen
Lichaam (alle weefsels)

Slide 13 - Slide

De rol van het hart in de grote bloedsomloop
Via de aorta stroomt het bloed naar de rest van het lichaam.

Door de holle aders stroomt het bloed weer terug naar de rechterboezem.


longen
Lichaam (alle weefsels)
Feit: de wand van de linkerhelft van het hart is dikker. Dit komt omdat dit deel van de spier (het hart) met grote kracht bloed moet pompen naar alle delen van het lichaam.

Slide 14 - Slide

DUS: grote bloedsomloop

linkerboezem -> linkerkamer -> aorta -> rest van het lichaam -> holle aders -> rechterboezem

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

De hartkleppen
Tussen de boezems en de kamers in het hart zitten hartkleppen.
Deze kleppen zorgen ervoor dat het bloed niet terugstroomt van de kamers naar de boezems.

Op de volgende afbeelding zie je hoe de hartkleppen werken.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

De halvemaanvormige kleppen
Aan het begin van de longslagader en de aorta bevinden zich halvemaanvormige kleppen.
(niet verwarren met de hartkleppen!)

Zij zorgen ervoor dat het bloed niet terugstroomt van de bloedvaten naar de kamers.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Sleep de onderdelen naar het hart.
Rechterboezem
Rechterkamer
Linker
boezem
Linkerkamer

Slide 21 - Drag question

Waarmee wordt de rechter- en linker helft van het hart gescheiden?
A
hartkleppen
B
kleppen
C
harttussenwand
D
daar zit niets

Slide 22 - Quiz

Bloed in de aorta komt van de ...
A
Rechterboezem
B
Rechterkamer
C
linkerboezem
D
linkerkamer

Slide 23 - Quiz

De onderste en de bovenste holle ader bevatten bloed met...
A
veel zuurstof (O2), veel koolstofdioxide (CO2)
B
weinig zuurstof (O2), weinig koolstofdioxide (CO2)
C
veel zuurstof (O2), weinig koolstofdioxide (CO2)
D
weinig zuurstof (O2), veel koolstofdioxide (CO2)

Slide 24 - Quiz

Het hart is een spier en heeft ZELF ook zuurstof en voedingstoffen nodig om zich in te kunnen spannen. Het hart krijgt dit via de ...
A
Holle ader
B
Kransslagader
C
Kransader
D
Longader

Slide 25 - Quiz

Hoe heet het bloedvat dat het zuurstofarme bloed brengt naar de rechterboezem
A
halsader
B
holle ader
C
aorta
D
kransslagader

Slide 26 - Quiz

De hartkleppen vormen de scheiding tussen
A
De kamers en de aorta en longslagader
B
De boezems en kamers

Slide 27 - Quiz


De wanden van het hart
A
zijn overal even dik
B
zijn bij de linkerkamer dikker dan de rechterkamer
C
zijn bij de rechterkamer dikker dan bij de linkerkamer
D
zijn bij de boezems dikker dan bij de kamers

Slide 28 - Quiz

Welke bloedsomloop begint in de linkerharthelft?
A
Grote Bloedsomloop
B
Kleine Bloedsomloop

Slide 29 - Quiz

is de longslagader zuurstofrijk of zuurstof arm?
A
zuurstofrijk
B
zuurstofarm

Slide 30 - Quiz

0

Slide 31 - Video

Slide 32 - Video

Slide 33 - Video

Slide 34 - Video

Aan de slag!

Thema 3, basisstof 3
- Opdrachten 1 t/m 7
- Nakijken

Klaar?
Start gelijk met de posteropdracht.
Zie Peppels.


Slide 35 - Slide