les 2: Hoofdletters en leestekens

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Vandaag

- Herhaling hoofdletters

- Leestekens

Vorige keer: 364, 365, 366 gedaan

Lesdoelen 

Je kunt hoofdletters, punten, komma's, uitroeptekens en vraagtekens gebruiken in een zin. 

HOOFDLETTERS

Schrijft met of zonder hoofdletters:
op maandag hebben wij nederlands van mevrouw hofland en op een donderdag in april is het koningsdag.

dagen van de week

1. wel hoofdletter
2. geen hoofdletter

Wel of geen hoofdletter?

1. Leeuwarden
2. leeuwarden

'beste mevrouw vergeer'
In de bovenstaande zin moet/moeten...

1. 1 hoofdletter
2. 2 hoofdletters
3. 3 hoofdletters
4. geen hoofdletters

LEESTEKENS 

- punten

- vraagtekens

- uitroeptekens

- komma's

Waarom gebruik je leestekens?

PUNTEN 

- Aan het einde van een zin

Vandaag heb ik een hockeywedstrijd.

Morgen ga ik logeren bij mijn vriendin.

VRAAGTEKENS

- Na een vraag

Hoe lang duurt deze les nog?

'Neem jij koekjes mee voor bij de thee?' vroeg Meike.

UITROEPTEKENS 

- Om een bevel of waarschuwing aan te geven

Halt, of ik schiet!

Stop!

Kom hier!

!! KOMMA'S (2)

- Tussen de delen van een opsomming

Ik hou van verschillende smaken ijs: chocolade, vanille, bosvruchten en cookie&caramel.

!! KOMMA'S (3)

- Tussen twee persoonsvormen

Als ik naar huis fiets, heb ik tegenwind.

Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.

ik blijf vandaag thuis omdat ik schoolziek ben

Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.

mieke heeft veel dieren kippen schapen en honden

Juist of onjuist:
Mercedes

1. Juist
2. Onjuist

Juist of onjuist:
Pieter Van Duinrade

1. Juist
2. Onjuist

Opdrachten maken

Opdr. 367 en 368 

(392, 393) 
Vorige keer: 364, 365, 366