6.2: Licht en schaduw

 H6.1 LICHT EN SCHADUW
1 / 21
next
Slide 1: Slide
TechniekMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

 H6.1 LICHT EN SCHADUW

Slide 1 - Slide

Natuurlijke lichtbronnen

de zon                   
vuur, bliksem
sterren

Slide 2 - Slide

Licht is...
  • Allemaal lichtstralen bij elkaar
  • Is straling van de zon
  • Straling en warmte ontstaan door de waterstof van de zon
  • De zon stuurt ons: ultraviolet licht (UV), wit licht, infrarood licht
  • (wit)licht is alle kleuren
  • Mensen zien enkel wit licht, een goudvis ziet wit licht en infrarood licht
  • licht gaat met een snelheid van 300.000 km/s (lichtsnelheid)

Slide 3 - Slide

           Lichtstralen diffuus

Slide 4 - Slide

Lichtstralen teruggekaatst

Slide 5 - Slide

Schaduw

Slide 6 - Slide

Een andere naam voor lichtstraal is...?
A
Straling
B
Licht bundel
C
Energie
D
Lichtbron

Slide 7 - Quiz

Hiernaast zie je een prisma waar licht op schijnt. Hierdoor ontstaat een regenboog. Welke volgorde is juist?
A
geel - rood - blauw
B
oranje - groen - violet
C
oranje - geel - rood - blauw - groen - violet
D
rood - oranje - geel - groen - blauw - violet

Slide 8 - Quiz

Lichtstralen lopen in...?
A
rechte lijnen
B
kromme lijnen
C
in 1 richting

Slide 9 - Quiz

Als we het over licht hebben noemen we de zon een ..
A
Warmtebron
B
Lichtbron
C
Diffuus teruggekaatst
D
Schaduw

Slide 10 - Quiz

welke voorwerpen kun je zien?
A
alleen voorwerpen die zelf licht geven
B
alleen voorwerpen die licht weerkaatsen
C
voorwerpen die licht geven of licht weerkaatsen
D
je kunt altijd alle voorwerpen zien

Slide 11 - Quiz

Welke bewering over de invallende lichtstraal is waar? De invallende lichtstraal:
A
begint bij de spiegel.
B
eindigt op de spiegel.
C
staat loodrecht op de normaal.
D
staat loodrecht op de spiegel.

Slide 12 - Quiz

Een schaduw is dus eigenlijk?
A
Een object die aanwezig is
B
Een plek waar geen licht op valt
C
Een plek waar ligt op valt
D
Gewoon een donkere plek

Slide 13 - Quiz

Klopt de schaduw?
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quiz

In halfschaduw komt meer licht dan in kernschaduw
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

in welke schaduw komt geen licht?
A
een kernschaduw
B
een kernschaduw en een halfschaduw
C
een halfschaduw
D
geen van de bovenstaande

Slide 16 - Quiz

Welke gedeelte van de tekening is een halfschaduw?
A
B
C
A
A
B
B
C
C

Slide 17 - Quiz

Hoe heet het donkere gedeelte van de schaduw?
A
Kernschaduw
B
Halfschaduw

Slide 18 - Quiz

In de foto zie je de schaduw van een hand die door twee lampjes wordt verlicht.
Wat voor schaduw is er bij 1 ?

A
Halfschaduw
B
Kernschaduw

Slide 19 - Quiz


Uit een lichtkastje komt een bundel licht. Een balletje wordt in die lichtbundel gehouden. Wat gebeurt er met de schaduw van het balletje als het balletje steeds dichter bij de muur komt?

Slide 20 - Open question

Wat is het verschil tussen kern schaduw en half schaduw?

Slide 21 - Open question