A3 Chemisch rekenen deel 1, 2 en 3

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Chemisch rekenen 

Planning 

• Chemisch rekenen deel 1 uitleg
• Maken som 1, 2 en 3 hand-out (10 min)
• Chemisch rekenen deel 2 en 3 uitleg
• Som maken in Lessonup


• Sommen hand-out: 4 t/m 9

Leerdoelen

1. Je kan in je eigen woorden de wet van massabehoud uitleggen.
2. Je kunt rekensommen met behulp van de wet van massabehoud oplossen.
3. Je kunt rekensommen met massaverhoudingen oplossen. 
4. Je kunt berekenen wat de overmaat is

Chemisch rekenen deel 1

Wet van atoombehoud: alle atomen voor de pijl moeten na de pijl weer terugkomen

Wet van massabehoud: massa van de beginstoffen is evenveel als de massa van de reactieproducten

Wet van massabehoud

4 Al (s) + 3 O₂ (g) --> 2 Al₂O₃ (s)

Stel 9 gram aluminium reageert tot 17 gram aluminiumoxide. Dan was er 17-9 = 8 gram zuurstof nodig. 

Hoeveel kg aluminiumoxide ontstaat als 90 kg aluminium reageert met 80 kg zuurstof?

Massaverhouding (deel 2)

4 Al (s) + 3 O₂ (g) --> 2 Al₂O₃ (s)

De verhouding tussen aluminium en zuurstof is altijd gelijk. In dit geval Al (s) 9 : O₂ (g) 8 

Met de massaverhouding kun je berekenen hoeveel stof je nodig hebt. 

Voor de reactie op het bord met massaverhouding 5:4, bereken hoeveel zuurstof je nodig hebt voor 3 gr calcium.

Overmaat (deel 3) 

Er is van 1 stof meer aanwezig dan je nodig hebt. 

Voorbeeld:

Reactie van calcium met zuurstof. 

Voor 5 gram calcium heb je 2,4 gram zuurstof nodig. 

Stel er is 3 gram zuurstof aanwezig. 

Dan is zuurstof met 3-2,4 = 0,6 gram in overmaat aanwezig. 

Gegeven: reactie tussen stikstof en waterstof (bord). 5 g waterstof en 40 g stikstof.
Welke stof is in overmaat en hoeveel gram is de overmaat?

Planning

• Chemisch rekenen deel 1 uitleg
• Maken som 1, 2 en 3 hand-out (10 min)
• Chemisch rekenen deel 2 en 3 uitleg
• Som maken in Lessonup
• Sommen hand-out: 4 t/m 9

Afsluiting

1. Je kan in je eigen woorden de wet van massabehoud uitleggen.
   
2. Je kunt rekensommen met behulp van de wet van massabehoud oplossen.
   
3. Je kunt rekensommen met massaverhoudingen oplossen. 
   
4. Je kunt berekenen wat de overmaat is. 

Huiswerk

blz. 148: 27 en 28abc