5.3 lezen Fethawit

5.3 ACTIVERENDE TEKST 
Hey Fethawit, hier de les voor de toets van maandag!
Succes!
Groetjes Emma
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsBeroepsopleiding

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

5.3 ACTIVERENDE TEKST 
Hey Fethawit, hier de les voor de toets van maandag!
Succes!
Groetjes Emma

Slide 1 - Slide

In een activerende tekst...
A
geeft de schrijver de lezer zijn mening
B
wil de schrijver dat de lezer iets gaat doen
C
wil de schrijver dat de lezer iets niet meer doet
D
A, B en C zijn waar

Slide 2 - Quiz

In een activerende tekst...
Wil de schrijver de lezer overtuigen om iets te doen.

Dit doet hij door argumenten te gebruiken.

Slide 3 - Slide

weet jij wat een argument is?

Slide 4 - Slide

Schrijf hieronder welke docent de beste van de school is en noem daarbij twee redenen.

Slide 5 - Open question

Goedzo!
De twee redenen waarom jij dit de beste docent vind zijn 2 argumenten. 

Een argument is dus een uitleg waarom je iets vind.

Slide 6 - Slide

In een activerende tekst...
Wil de schrijver de lezer overtuigen.
De schrijver geeft de lezer zijn mening EN wil dat de lezer iets wel gaat doen of niet gaat doen. 

De schrijver doet een oproep.

Slide 7 - Slide

weet jij wat een oproep is?

Slide 8 - Slide

Een oproep is...
Wat de schrijver van een activerende tekst wil dat de lezer doet, of juist niet meer doet. 

Voorbeelden:




Slide 9 - Slide

Oproep: geen afval op straat gooien
Oproep: om online koffie te drinken

Slide 10 - Slide

Wat is een oproep in een activerende tekst?

Slide 11 - Open question

Opmaak van een tekst
Dit zijn de afbeeldingen  (=plaatjes) en opmaakelementen (= aantal enters, dik gedrukte letters, schuine letters enzo...) van een tekst. 

Voorbeelden:

Slide 12 - Slide

Opmaak krantenartikel
Afbeelding: 1 foto.

Opmaakelementen:
- grote dik gedrukte letters in de titel
- kleine letters met weinig enters in de tekst

Slide 13 - Slide

Opmaak reclamebericht
Afbeelding:
heel veel afbeeldingen

Opmaakelementen:
Dikgedrukte, gekleurde schuine grote letters. weinig tekst.

Slide 14 - Slide

Waarom zou de opmaak van een krantenbericht en een reclame anders zijn?

Slide 15 - Open question

wel een oproep
niet een oproep
Koop nu een broodje en krijg een flesje sap gratis.
Je moet het vlees eerst even aanbraden.
Wist je dat een panda 38 kilo bamboe per dag eet?
Ook jij kunt meehelpen dit tot een succes te maken.
Vandaag is de eerste dag van de Week van het Voorlezen.

Slide 16 - Drag question

Oproepen van de opdracht:
Koop nu een broodje en krijg een flesje sap gratis.
Oproep: de schrijver wil dat de lezer een broodje koopt

Ook jij kunt meehelpen dit tot een succes te maken.
Oproep: de schrijver wil dat de lezer mee helpt


Slide 17 - Slide

Geen oproepen in de opdracht:
Je moet het vlees eerst even aanbraden. -> dit is een uitspraak

Wist je dat een panda 38 kilo per dag eet? -> dit is een vraag

Vandaag is de eerste dag van de Week van het Voorlezen. -> dit is een uitspraak. 
De lezer hoeft bij deze zinnen niets de doen van de schrijver

Slide 18 - Slide

Heb je het begrepen?
Alle vragen nog een keer! Als je vragen hebt mag je me een appje sturen. Succes!

Slide 19 - Slide

In een activerende tekst...
A
geeft de schrijver de lezer zijn mening
B
wil de schrijver dat de lezer iets gaat doen
C
wil de schrijver dat de lezer iets niet meer doet
D
A, B en C zijn waar

Slide 20 - Quiz

Wat is een oproep in een activerende tekst?

Slide 21 - Open question

Waarom zou de opmaak van een krantenbericht en een reclame anders zijn?

Slide 22 - Open question

wel een oproep
niet een oproep
Koop nu een broodje en krijg een flesje sap gratis.
Je moet het vlees eerst even aanbraden.
Wist je dat een panda 38 kilo bamboe per dag eet?
Ook jij kunt meehelpen dit tot een succes te maken.
Vandaag is de eerste dag van de Week van het Voorlezen.

Slide 23 - Drag question

Nu weet je:
> wat een activerende tekst is
> wat een argument is
> wat een oproep is
> wat de opmaak is

Slide 24 - Slide