Thema 2 Herhaling H1 en start H2 : Spelling en grammatica

Nederlands 

  • herhaling moeilijke woorden    
  • spreekwoorden 
  • letters en klanken
  • lettergrepen     
Laten we gaan met die banaan!
1 / 35
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Nederlands 

  • herhaling moeilijke woorden    
  • spreekwoorden 
  • letters en klanken
  • lettergrepen     
Laten we gaan met die banaan!

Slide 1 - Slide

Wat koop je bij de apotheek?
A
groenten
B
sportschoenen
C
medicijnen
D
kleding

Slide 2 - Quiz


Wat is een bijsluiter?
A
een plakbandje om een pakketje dicht te maken
B
iets wat heel dichtbij is
C
een briefje bij een medicijn
D
de verzorging door een dokter

Slide 3 - Quiz

Vul het juiste woord in:
Volgens ..... mag ik alleen water en thee drinken.
A
Het eetpatroon
B
De conditie
C
Het recept
D
Het dieet

Slide 4 - Quiz

Wat is een huisarts?
A
Een dokter
B
Een eend
C
Een huisvrouw
D
Een verzorger

Slide 5 - Quiz

Ik heb echt een oogje op Pieter.

Slide 6 - Slide

Ik ben een Nederlander in hart en nieren.

Slide 7 - Slide

Roos was zo boos op Tim, haar bloed kookte.

Slide 8 - Slide

Zij was er toen hij ziek was, hun vriendschap gaat door dik en dun.

Slide 9 - Slide

Toen ik opstond had ik een kikker in mijn keel, ik kon bijna niet praten.

Slide 10 - Slide

Voordat zij de glijbaan af ging riep hij "gaan met die banaan!"

Slide 11 - Slide

Na de 100 meter sprint was Johan helemaal buiten adem.

Slide 12 - Slide

Met bloed, zweet en tranen heb ik mijn examen gehaald.

Slide 13 - Slide

Mijn zusje en broertje leven als kat en hond, ze hebben altijd ruzie.

Slide 14 - Slide

Tom schopte Lisette tegen het zere been door te beginnen over haar overleden vader.

Slide 15 - Slide

Welke klinkers zitten er in het alfabet?

Slide 16 - Mind map

Slide 17 - Slide

Woorden met een korte klank
Woorden met een lange klank
kop
boor
baan
bes
kuur
hut
bak
beer
storm
aap
meer
hond
vuur
hark
bot
graan
kar
markt

Slide 18 - Drag question

Schrijf 3 woorden die dezelfde klank hebben als het woord kat

Slide 19 - Open question

Schrijf 3 woorden die dezelfde klank hebben als baas (lange aa-klank)

Slide 20 - Open question

Schrijf 3 woorden die dezelfde klank hebben als boom

Slide 21 - Open question

Schrijf 3 woorden die dezelfde klank hebben als bot

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Slide

Hoe verdeel je het woord ziekenhuis in lettergrepen?
A
ziek-en-huis
B
zie-ken-huis
C
zieken-huis
D
zieke-nhuis

Slide 24 - Quiz

Hoe verdeel je het woord behandeling in lettergrepen?
A
be-han-de-ling
B
behan-deling
C
beh-and-eling
D
beh-ande-ling

Slide 25 - Quiz

Hoe verdeel je het woord bijsluiter in lettergrepen?
A
bijslui-ter
B
bijs-luit-er
C
bij-slui-ter
D
bij-sluiter

Slide 26 - Quiz

Hoe verdeel je het woord conditie in lettergrepen?
A
con-di-tie
B
co-ndi-tie
C
con-ditie
D
condi-tie

Slide 27 - Quiz

Hoe verdeel je het woord dieet in lettergrepen?
A
die-et
B
diee-t
C
di-eet
D
dieet

Slide 28 - Quiz

Hoe verdeel je het woord eetpatroon in stukjes? (vergeet de streepjes niet)

Slide 29 - Open question

Hoe verdeel je het woord gezondheid in stukjes? (vergeet de streepjes niet)

Slide 30 - Open question

Hoe verdeel je het woord huisarts in stukjes? (vergeet de streepjes niet)

Slide 31 - Open question

Hoe verdeel je het woord koorts in stukjes? (vergeet de streepjes niet)

Slide 32 - Open question

Hoe verdeel je het woord medicijn in stukjes? (vergeet de streepjes niet)

Slide 33 - Open question

Goed in lettergrepen verdeeld
NIET goed in lettergrepen verdeeld
on-der-zoek
rec-ept
sport-ief
vi-ta-mi-ne
ziek-te

Slide 34 - Drag question

Opdrachten
- Maak opdracht 1 en 2 op blz 50-51 en 52 van je boek
- Ga naar studiemeter en maak daar bij spelling en grammatica het onderdeel LETTERGREPEN
Maak alleen dat en ga niet verder! Succes

Graag om 11:25 terug om af te sluiten

Slide 35 - Slide