Paragraaf 3 Licht en Kleur

Paragraaf 3 Licht en Kleur
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Paragraaf 3 Licht en Kleur

Slide 1 - Slide

Leerdoelen:
6.3.1 Je kunt uitleggen  wat een spectrum is en hoe je een spectrum zichtbaar maakt.
6.3.2 Je kunt uitleggen wat je met een zakspectroscoop kunt onderzoeken.
6.3.3 Je kunt uitleggen hoe je een voorwerp met een bepaalde kleur ziet bij verschillende kleuren licht.
6.3.4 Je kunt uitleggen hoe de kleuren op een tv-scherm gemaakt worden.

Slide 2 - Slide

Zet de kleuren van het kleurenspectrum/ de regenboog op de juiste plek. 
Oranje
Geel
Rood
Blauw
Violet
Groen

Slide 3 - Drag question

Het kleurenspectrum

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Kleurenspectrum

Slide 6 - Slide

het spectrum
Het kleurenspectrum is een onderdeel van het spectrum van golven die door de atmosfeer bewegen.

Het kleurenspectrum is het voor ons zichtbare licht.

Slide 7 - Slide

Welk licht zit voor het kleurenspectrum?
A
ultraviolet
B
infrarood

Slide 8 - Quiz

Waaruit bestaat het kleurenspectrum uit?
A
Ultra rood, rood, oranje, geel, groen, blauw, violet en infra violet
B
rood, oranje, geel groen, blauw en paars
C
infra rood, rood, oranje, geel, groen, blauw, paars en ultra paars
D
infra rood, rood, oranje, geel, groen, blauw, violet en ultra violet

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Video


In de afbeelding wordt briefje van € 50 onder een lamp gehouden om te kijken of het echt is.
Wat voor licht of straling licht geeft de lamp?

A
• blauwe laserlicht
B
• infrarode straling
C
• violet licht
D
• ultraviolette straling

Slide 11 - Quiz

Je kunt lampen herkennen aan het licht dat ze uitstralen.
Welke lamp geeft zuiver geel licht?
A
warmtelamp
B
natriumlamp
C
spaarlamp
D
uv-lamp

Slide 12 - Quiz

Natuurlijke lichtbron
Kunstmatige lichtbron

Slide 13 - Drag question

Match de begrippen met de juiste omschrijving.
Enorm veel lichtstralen samen.
Weerkaatsen van lichtstralen
Opnemen van lichtstralen
Alles wat licht uitstraalt
Lichtbron
Lichtbundel
Absorberen
Terugkaatsing

Slide 14 - Drag question

Zonlicht is?
A
Rood licht
B
Geel licht
C
Blauw licht
D
Wit licht

Slide 15 - Quiz

Voorwerpen kaatsten alleen     ……..1…………     van hun kleur terug.
Een groen blad kaatst de       …..2………….    kleur terug.’
Je ziet dat het blad      …..3……….          is
Het blad neemt alle andere      …….4……………    op.
Dat heet ..…5………………..
Vul in de onderstaande tekst de ontbrekende woorden in door de gele woorden er naar toe te slepen
groen
absorberen
kleuren
groene
licht (stralen)
rood
weerkaatsen
rode
vormen
verkeerde

Slide 16 - Drag question

Je staat met verschillend gekleurde t-shirts in zuiver GROEN licht. Ga na of het gekleurde shirt het rode licht absorbeert of terugkaatst. Sleep de gekleurde t-shirts naar het juiste vak.
ABSORBEREN
TERUGKAATSEN
WIT
t-shirt
GROEN
t-shirt
ROOD
t-shirt
ZWART
t-shirt

Slide 17 - Drag question

Een kleuren televisie werkt met rode, gele en blauwe pixels.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Met welk coderingssysteem geven we kleuren aan in een computer/beeldscherm.
A
RAL
B
FLEXA
C
RGB Color Code
D
RAM

Slide 19 - Quiz

Klaar?
Maak nu opdracht 1 t/m 15 in je werkboek. 
Kijk deze vervolgens na en verbeter met een andere kleur pen.
Daarna maak je test jezelf 6.3 via leermiddelen.

Slide 20 - Slide