MDL §2

Goedemorgen!

* huiswerk opschrijven / boekselen zonder naam
* boekenpitch Daan / Mirre - Lynn
* 10 minuten lezen
* §2 Onderwerp
* Oefenen
* Afsluiting
Telefoon in je tas!

Klaarleggen:

-agenda
-etui
-leesboek
-lesboek 


timer
10:00
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Goedemorgen!

* huiswerk opschrijven / boekselen zonder naam
* boekenpitch Daan / Mirre - Lynn
* 10 minuten lezen
* §2 Onderwerp
* Oefenen
* Afsluiting
Telefoon in je tas!

Klaarleggen:

-agenda
-etui
-leesboek
-lesboek 


timer
10:00

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Meer dan lezen
§2 Onderwerp

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

§2 Onderwerp

Je leert het onderwerp van een tekst herkennen.


Hoe vind jij het onderwerp van een tekst?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

START

- Het onderwerp is dat waar de tekst over gaat.

- Bekijk titel, afbeeldingen, tussenkopjes, 'andere' woorden, lees de eerste alinea.

- Geef antwoord op de vraag:

'Waar gaat deze tekst over?

lezen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

LEZEN

het onderwerp van een tekst



Als je het onderwerp van een tekst weet, weet je waar de tekst over gaat. 
Het onderwerp bestaat uit één of een paar woorden.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

LEZEN

het onderwerp vinden (2)


Bekijk de titel.
De titel zijn de woorden die boven de tekst staan.
Door de titel weet je vaak al iets over het onderwerp.


Amsterdamse jeugd ontdekt zeilsport
Hoe verzorg je een konijn?
Broergeheim

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

LEZEN

het onderwerp vinden (1)


Bekijk de afbeeldingen.

De afbeelding heeft iets met de tekst te maken.


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

LEZEN

het onderwerp vinden (3)


Lees de eerste zinnen.
Daarin staat meestal waar de tekst over gaat.



Slide 8 - Slide

This item has no instructions

LEZEN

het onderwerp vinden (4)


Kijk ook waar de tekst uit komt. Uit een krant, een tijdschrift, de tv-gids? 
Dat noem je de bron van de tekst. De bron zegt vaak iets over het onderwerp. 

In het tijdschrift Goal! gaat het over voetbal en in je biologieboek staat bijvoorbeeld uitleg over het menselijk lichaam.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Bekijk de tekst

Slide 10 - Slide

Titel
Afbeeldingen
Bron
Wat is de titel
van de tekst?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Wat zie je op
de afbeelding?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Lees de eerste twee zinnen van de tekst. Wat is volgens jou het onderwerp van de tekst?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Gaat de tekst over het onderwerp dat jij bedacht had bij de vorige vraag?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Bekijk de bronnen van deze twee teksten. 
Door de bron weet je dat er in iedere tekst iets anders over luchtballonnen staat. 
Wat is het verschil als je kijkt naar de bronnen?

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

In de eerste tekst gaat het om wat iemand heeft meegemaakt; het is een dagboek.
In de tweede tekst staan regels voor het reizen met een luchtballon; het is een handboek. 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

START

- je weet dat het onderwerp van een tekst dat is waar de tekst over gaat

- je weet dat afbeeldingen, de titel en de eerste zinnen van een tekst vaak verklappen waar de tekst over gaat

- je weet wat de bron van een tekst is

lezen

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk voor maandag 6 maart

MWU (en thuis): alle opdracht afmaken van Periode 2 Woordenschat die in de planning staan van de online methode.

Meer dan lezen §2 Onderwerp
BK: opdracht 1, 2 en 3 op blz. 16 t/m 18
KGT: opdracht 1, 2 en 3 op blz. 15 t/m 17

Slide 18 - Slide

This item has no instructions